Er is terecht ook veel te doen rondom de boerkini. Net als haar grote zus de boerka is de boerkini als het ware een uithangbord in knipperende neonletters die ons vertelt dat vrouwen minderwaardig zijn.
Het dragen van een boerka, boerkini en ook een hoofddoek bevestigt de vrouw in deze positie: ik moet mij bedekken omdat God mij dat vraagt en dat gehoorzaam ik blind.
Het is allang niet meer God, maar ook de mannen eromheen. Vaderlief, manlief en zelfs zoonlief. Ze vragen het niet alleen, ze eisen het. Ook de buren en onbekenden op straat. Wie weigert, wordt met geweld gedwongen zich te bedekken. De boerka bedekt daarna de blauwe plekken wel.
Meer dan genoeg reden om te strijden. Maak deze vrouwen los van het juk van de ideologie die ze onderdrukt. Zoals de Dolle Mina’s zich in de jaren ‘60 vrijvochten uit een keurslijf, zo moeten we nu ook moslima’s hun ultieme vrijheid gunnen. Het is wrang dat het anno 2019 in de strijd voor vrijheid nodig is om een kledingstuk te verbieden. Dubbel wrang omdat ik zelf nooit een voorstander zou zijn van een verbod op welke badkleding dan ook. Wie denkt te kunnen dicteren hoe een vrouw zich tijdens zo’n kwetsbaar moment aan de buitenwereld moet tonen? In de jaren ‘60 had ik gezegd: helemaal niemand.
Maar het is geen 1968 meer. Na decennia van islamisering gaat het niet meer om het recht om uit het keurslijf te breken, maar om het ‘recht’ om terug het keurslijf in te gaan. Als we stoppen met het bestrijden van de boerka en boerkini, dan kunnen we stoppen met de emancipatie van de islamitische vrouw. Dan bestrijden we in woord de verborgen vrouwen, maar vinden we het intussen prima dat vrouwen gedwongen worden zich zelfs op het strand te verstoppen.
En wat als vrouwen er vrijwillig voor kiezen een boerkini te dragen? Uit onderzoek van hoogleraar Ruud Koopmans bleek in 2015 al dat het dragen van een hoofddoek de belangrijkste voorspeller voor moslimfundamentalisme is. Liefhebbers van hoofddoeken gaven aanzienlijk meer blijk van antisemitisch, homofoob en anti-Westers gedachtegoed. Wanneer zelfs de meest laagdrempelige islamitische klederdracht deze opvattingen al blootlegt, dan laat het zich raden hoe de sentimenten onder draagsters van boerka’s en boerkini’s zijn.
De conclusie is dat de boerkini vrouwen van hun Westerse vrijheden berooft. Het is een statement tegen deze vrijheden. Rechtvaardiging genoeg voor een verbod op de boerkini. Maar heb ik hiermee het probleem volledig opgelost? Natuurlijk niet. De maatregel verdedigt onze Westerse vrijheden, maar het opleggen ervan helpt de emancipatie van moslima’s nog niet vooruit.
Mijn hoop is dat iedere moslima hetzelfde doet met dat onzalige stuk stof als wat de Dolle Mina’s vroeger deden met de bh: uittrekken en in brand steken. Met een boerka- en boerkiniverbod kunnen wij die emancipatie niet opleggen; uiteindelijk moet de gemeenschap het zelf doen.