Column van wethouder Jan Iedema

27 March 2019, 09:51 uur
Columns
mainImage

Meer dan ooit moeten onderwijs, beroepsleven en overheid de handen in elkaar slaan. Vandaar deze oproep.

We lezen overal om ons heen, de wereld verandert razendsnel en continu. ‘Ach, denk ik dan bij mezelf, mijn opoe, die leefde van 1897 tot 1996, die zag pas een snel veranderende wereld: Elektriciteit, wereldoorlogen, auto’s en maanlandingen. Daar zijn wij niks bij’.

Wat ik echter niet kan ontkennen is dat de wereld steeds sneller verandert. Dat heeft natuurlijk alles te maken met de technologische vooruitgang en het feit dat de rekenkracht van chips iedere 18 maanden verdubbelt. Dat maakt dat ieder beroep steeds meer te maken krijgt met technologie, met ICT, met data en daardoor steeds sneller verandert. Veranderingen die het onderwijs onmogelijk kan bijbenen.

Met mijn diploma vers op zak en net werkend heb ik alles ‘on the job’ moeten leren. Zelfs vorig jaar nog, toen ik aantrad als wethouder, wist ik echt niet meteen wat het vak inhield. Dat het onderwijs niet kant en klaar opleidt voor een beroep is niet nieuw. Dat die beroepen steeds sneller veranderen wel. Moest een automonteur vroeger weten hoe een verbrandingsmotor werkte, tegenwoordig moet hij dat ook weten van een elektromotor of zelfs thuis zijn in waterstof. Nog los van alle ICT-componenten.

War on talent

Geen wonder dus dat een opleiding niet meteen aansluit. Maar in plaats van de bal bij het onderwijs te leggen, kan het beroepsleven zelf ook in actie komen. Organisaties en bedrijven kunnen veel meer de interactie opzoeken met onderwijsinstellingen. Let wel, het gaat niet om het vroegtijdig van school wegkapen van talenten, ‘The war on talent’, maar om het samen opleiden van nog meer talent. Daarbij moet men zich niet alleen richten op de traditionele leerlingen en studenten, maar is het vooral zaak om te onderzoeken hoe de eigen werknemers ook continu kunnen worden bijgeschoold.

Onderwijs aan werkenden is één van dé sleutels in het onderwijsarbeidsmarkt-probleem. Het opvangen van het tekort aan handjes is één, het bijscholen van de mensen die je al in huis hebt, is nog veel belangrijker. Kortom, we hebben het er al lang over, maar een leven lang leren, of liever een leven lang ontwikkelen, is nu meer aan de orde dan ooit. Er is wel een uitdaging. Hoewel bovenstaande inmiddels breed herkend wordt, komt de samenwerking tussen beroepsleven en onderwijs nog maar langzaam op gang. Te langzaam, als je het mij vraagt.

Parels

Eerlijk is eerlijk, er zijn een paar prachtige initiatieven in de stad, maar het zijn enkele, vaak nog onbekende, parels. Leerlingen en professionals werken samen aan de uitdagingen van deze tijd en leren van elkaar. Maar grote veranderingen vragen om kleine stapjes. Het is belangrijk dat het beroepsleven en onderwijs elkaar leren kennen, aan elkaar snuffelen en elkaar verleiden tot samenwerking. Dat kunnen ze niet alleen, daar hebben ze hulp bij nodig. Hulp die de overheid kan bieden.

Onze rol de komende tijd is daarom om zoveel mogelijk verbanden te leggen en netwerken te smeden. En om keuzes te maken in de richting van de stad. Waar zetten we met zijn allen op in en waarop niet? Wat past in Zoetermeer en waarvoor moet je in de regio zijn? Vragen die we met behulp van onze partners uit het onderwijs en beroepsleven willen beantwoorden.

Ideeën? Wil je meedenken? Laat het me weten op: [email protected]