Column wethouder Jan Iedema: Jaar om (nooit) te vergeten

30 November 2020, 10:05 uur
Columns
mainImage

2020 nadert zijn eind, nog even dan is het oudjaarsdag. Een moment waar veel Zoetermeerders zich op verheugen. 'Laten we dit jaar maar snel vergeten', is een veel gehoorde uitspraak en een breed gedeeld sentiment. Ik mag als wethouder Economie en Onderwijs regelmatig een column voor het Zoetermeers Dagblad schrijven waarin ik een bepaald dossier of thema uitlicht vanuit mijn functie als bestuurder van deze mooie stad, maar dit keer is het anders. Ik kijk terug op een tumultueus jaar en voel me vooral inwoner.

Veel mede-Zoetermeerders hebben het zwaar te verduren op het moment. Het besmettingsgevaar is nog steeds reëel, evenals de vraag of familie en vrienden gezond blijven. Er zijn talloze (zelfstandige) ondernemers die alle zeilen moeten bijzetten om hun problemen het hoofd te bieden en veel werknemers werken inmiddels zo lang thuis dat dit ook zijn tol begint te eisen.

Geen anonieme personen
Dat zijn geen anonieme personen, maar onze buren, kennissen en vrienden en hun gezinnen. Dit gaat mij als bestuurder en inwoner enorm aan het hart en heeft mij dikwijls van mijn slaap gehouden. "Ik ben een wethouder van deze stad, ik wil steun bieden, bijstaan om zaken te redden. Wat kan ik doen om gedupeerden zoveel mogelijk te helpen?" Een vraag die mij, maar ook mijn collega's, dagelijks bezighoudt.

Het antwoord is niet zwart-wit én bitterzoet. Ondanks beperkte middelen hebben we een noodfonds opgericht waarmee we maatschappelijke organisaties en huurders van gemeentelijk vastgoed enige verlichting kunnen bieden. We hebben een noodloket ingericht waar ondernemers met vragen terecht kunnen over de landelijke en lokale regelingen. We voeren gesprekken met ondernemers(verenigingen) en vastgoedeigenaren. Maar is het voldoende? Sommigen kunnen er voorlopig mee uit de voeten, maar voor velen blijft het water naar de zee dragen.

Optimisme en realisme
Ondernemers zijn voor een groot deel op zichzelf aangewezen. Ik bewonder hun creativiteit, doorzettingsvermogen en veerkracht. Optimisme en realisme wisselen elkaar af. De hoopvolle ondertoon blijft mij opvallen en niet zonder reden. Saamhorigheid is namelijk de sleutel tot een spoedig herstel. Als er een moment is waarop kleine gebaren een verschil kunnen maken voor onze stadgenoten dan is het wel nu.

De woorden 'koop lokaal' en 'wees er voor elkaar' zijn niet hol. Een extra broodje kopen bij de bakker om de hoek, een kledingzaak opzoeken waar je normaal gesproken voorbij loopt of iets bestellen bij een lokale eetgelegenheid maakt echt verschil. En het gebeurt. Ik merk het niet alleen aan mezelf, maar ook aan anderen die de daad bij het woord voegen.

Voor mij is dit ook een reden om dit jaar nooit te vergeten. Bedrijfsleven en overheid die samenwerken om laptops aan te bieden zodat alle leerlingen mee kunnen blijven doen, inwoners die lokale ondernemers steunen, nieuwe creatieve ideeën die ontstaan, IT-bedrijven die inspringen op de nieuwe werkelijkheid; het toont veerkracht en toekomstperspectief voor onze stad.

Conclusie
Met 2021 in zicht reflecteer ik op dit uitzonderlijke jaar en kom ik tot de conclusie dat we niet op mogen geven. Er gloort licht aan het einde van de tunnel, maar we zijn er nog niet. De crisis is nog niet voorbij en voor velen wordt het wederom een zwaar jaar. Laten we diegenen blijven helpen waar we kunnen. Iedereen op zijn eigen manier.

Als wethouder blijf ik mij daar voor inzetten en ik vertrouw erop dat anderen dat ook zullen doen. Dit jaar sta ik tijdens de feestdagen extra stil bij al die mede-Zoetermeerders die dit jaar de effecten van het virus direct of indirect aan den lijve hebben ondervonden en verdriet of wanhoop voelen. Ik probeer nog wat leed te verzachten waar ik kan en ik proost op onze stad, ons Zoetermeer, waar alles nog mogelijk is in 2021.