De gemeenteraad houdt zich graag bezig met zaken die in de stad leven. Dat lijkt nogal een open deur en het is logisch: de raad is immers een vertegenwoordiging van de bevolking. Afgelopen week was wat dat betreft een merkwaardige. Op straat ging het in Den Haag (en de rest van Nederland) over de toeslagenaffaire en de avondklok.
Maar tijdens een lange raadsvergadering vorige week ging het over hele andere zaken: een zwembad in Laak, het jaarplan van ons onderwijsbeleid, LHBTI-beleid, et cetera. Geen woord over de avondklok of toeslagen. Dat voelde vreemd aan, alsof de gemeenteraad in een parallel universum zit. Zonder corona en zonder toeslagenellende.
Het is echter verklaarbaar waarom de raad zich niet met deze zaken bezighoudt: hij gaat er niet over. Het is een besluit van het kabinet en de Tweede Kamer. Alleen in onze hoofdstad dachten ze daar anders over: daar keerde, op initiatief van D66, een meerderheid van de raad zich tegen een avondklok. Dat is echter net zoiets als tegen ‘slecht weer’ zijn: het is een standpunt dat niets verandert aan de realiteit. Dat het hoofdstedelijke D66, dat zowel lokaal als nationaal meebestuurt, zich schuldig maakte aan deze verwarrende symboolpolitiek is bijzonder.
Het gegeven dat dit soort besluiten op nationaal niveau wordt genomen laat de ernst van de crisis zien. In ons land hebben we immers juist een traditie om besluiten zoveel mogelijk op lokaal niveau te nemen (het subsidiariteitsbeginsel). Als liberaal steun ik dit traditie van harte: het liefst zie ik dat mensen zélf keuzes kunnen maken en dat de overheid zich er dus niet mee bemoeit. Maar als dat toch nodig is, dan het liefst op lokaal niveau. Een gemeente kan immers beter zien wat er speelt dan provincie of het Rijk (laat staan de Europese Unie).
Daarnaast doet lokale besluitvorming ook recht aan de grote verscheidenheid tussen verschillende gemeenten. In tijden van crisis is er evenwel geen tijd voor dit nobele principe. Sinds eind vorig jaar is er namelijk de Coronawet. Bij het huidige risiconiveau van de crisis hebben gemeenten volgens die wet weinig te zeggen. De meest ingrijpende besluiten worden landelijk genomen. Pas als het risiconiveau veel lager is, krijgt de gemeente weer meer zeggenschap.
Terug naar de gemeenteraad. Die houdt zich dus niet bezig met de onderwerpen waar iedereen nu aan denkt en over praat. Is de gemeenteraad dan wel nuttig bezig? Zeer zeker. Ten eerste omdat het juist belangrijk is dat overheden wél doorgaan met plannen maken en uitvoeren – als de private sector noodgedwongen op een laag pitje staat. Zo dempt de overheid de economische crisis. Ten tweede omdat de gemeente wel een uitvoerende taak heeft in de Coronacrisis. En de gemeenteraad moet controleren of de gemeente die taak naar behoren uitvoert. Zo sommeerde mijn VVD-collega Judith Oudshoorn de gemeente door middel van een breed gesteunde motie om vaart te maken met de afhandeling TOZO-aanvragen (een steunregeling voor ondernemers).
De gemeenteraad heeft dus de meeste Coronamaatregelen slechts te accepteren. Maar er is genoeg zinvol werk te doen. De Haagse VVD blijft zich daarom – ook nu – inzetten voor een nóg mooier, eerlijker, groener en vrijer Den Haag