Stiekem willen we allemaal beroemd worden toch? Overal waar je komt herkend worden. En net een beetje meer voor elkaar krijgen dan gewone stervelingen. Maar hoe anders is dat als je met iets negatiefs beroemd wordt? Overal waar je gaat met de nek aangekeken worden. En nergens meer op een gunst kunnen rekenen. Succes met solliciteren…
Uitgekotst worden omdat je als ‘onbekende man’ bij een opsporingsprogramma op TV te zien bent. Omdat je met een gestolen pinpas iets zou hebben gekocht. Als oplichter van een oud vrouwtje. Een getinte huidskleur. Het hondenfluitje om de beelden te delen en de beroemdheid een bruin pak te bezorgen met een shitstorm aan racistische kwalificaties. Het ‘laten we deze kansenparel beroemd maken’ scoort de meeste likes.
Adirio werd zo beroemd gemaakt. De ‘onbekende man’ werd onterecht exposed. Door de politie. Je beste vriend. Niet goed de bewakingsbeelden naast de pinbetalingen van de winkel gelegd. Foutje bedankt. Het zal je maar gebeuren. Door onze beste vriend verraden, bleef hij achter met de schaamte. Succes met solliciteren Adirio. En hij is niet de enige, er zijn online tal van voorbeelden te vinden. Het internet vergeet niets.
Dit soort fouten mag je als politie niet maken. Maar kun je het delen van foto’s van verdachten in deze tijd überhaupt nog wel maken? De politie mag dit alleen als het proportioneel is. En daar wringt de schoen. Het zoeken naar de ‘onbekende dader’ leidt tot online burgerklopjachten en een digitale schandpaal. Bij een gevaarlijke moordenaar op de vlucht is dat misschien proportioneel. Alleen bij veel kleinere vergrijpen zoals fraude, oplichting of mishandelingen slaan we door. En juist met die kleinere vergrijpen worden de opsporingsprogramma’s gevuld.
Verdachten worden vervolgens door oom Henk online schuldig verklaard zonder proces. Ze worden beroemd gemaakt. En het internet vergeet niets. Dat is niet proportioneel en hoort niet in een fatsoenlijke rechtstaat. Kom op oom agent, je kunt beter. Ga boeven vangen, maar laat de boze burger erbuiten.