In mijn elastische jaren voetbalde ik bij Feyenoord. Door Ben Peeters opgeraapt in Den Haag, waar ik bij VIOS, Vooruitgang Is Ons Streven, in de B-junioren nogal makkelijk met rechts, links en het voorhoofd het net vond. Ome Ben, de kwartiermaker van Ernst Happel, zag in mij de opvolger van Ove Kindvall. Niet helemaal gelukt. “Je ken hartstikke goed voeballe, je ben technisch, je scoor veel, maar je hep geen karakter, je kom steeds met een droog shirtje van het veld af, en dus gaan we niet met je door,” besliste jeugdvoorzitter Fred Blankemeijer na twee seizoenen Varkenoord.
Die lange had gelijk, ik voetbalde vooral voor de schoonheidscommissie. Maakte veel doelpunten, ook in het Rotterdams Elftal en het Districtselftal West II. Maar meeverdedigen, een stapje harder lopen, vuile meters maken voor een ander? Ja dahag, daar namen ze Wim van Til, Gerrie van Kuijk, Adri Nanlohy, Jan Everse en al die andere gastjes maar voor. Mij moesten ze daar niet mee lastig vallen, ik zat met tweecomponentenlijm vast aan het strafschopgebied van de tegenstander.
Dat zat ik ook toen ik terug ging naar de Residentie en ging voetballen bij ADO en FC Den Haag, waar ik om de hoek woonde. Mijn operationele ruimte bleef de zestien van de andere partij. Kooltjes maken, daar ging het mij om. Achter de vijandelijke voorstopper aangaan wanneer die mee ten aanval trok? Waarom zou ik, we hadden zelf toch nog negen veldspelers die ‘m konden tegenhouden? Dat ik het ook in Den Haag niet tot de absolute top heb gebracht, verbaasde uiteindelijk niemand, mijzelf ook niet.
Waarom deze persoonlijke terugblik? Omdat ik nog altijd romantische oprispingen krijg als ik aan die heerlijke jeugdvoetbaltijd terugdenk. Veel doelpunten die ik maakte voor Feyenoord en ADO zitten nog altijd in mijn hoofd en gaan er pas uit wanneer ik dood ben en begraven. Wat me minstens zo goed is bijgebleven, zijn de toernooien. Iets mooiers bestond niet, en ik weet dat ik namens veel oud-voetballers spreek. Naar toernooien keek je maandenlang uit. Andere tegenstanders, nieuwe culturen. In mijn geval die van Roda JC, Go Ahead, Blauw Wit, Anderlecht, Beerschot, Schalke’04, Werder Bremen en meer van die toen gerenommeerde clubs in binnen- en buitenland, waar je als snotneus van 15/16/17 jaar ervaringen opdeed die je ook vormden als mens.
Het bijzondere aan die toernooien waren tegenstanders die je niet elke week tegenkwam, zoals Dynamo Zagreb, PAOK Saloniki, Lierse SK, Fulham, Everton, St. Etienne, Borussia Dortmund en noem maar op. Maar het ging toch vooral ook om de complete trip inclusief verblijf. Toernooien duurden vaak twee of meer dagen en dan werd je individueel ondergebracht bij gastouders. Die reden je in hun auto naar de accommodaties en haalden je ook weer op. Je at, sliep en woonde daar, je maakte tijdelijk deel uit van een ander gezin. Je praatte met ze en poetste zo ook nog mooi je talenknobbel op. Na het toernooi nam je afscheid en beloofde contact te houden. Met een aantal gastouders deed ik dat nog ook, soms zelfs jaren lang. Of de bevallige dochters des huizes daarbij een rol speelden? Zou kunnen, heb ik geen actieve herinnering aan.
Aan het fenomeen gastouders moet ik dezer dagen regelmatig denken. Want waarom implementeren we die niet in de vaderlandse politiek? Voor de spreidingswet die alleen maar onrust, ergernis en agressiviteit oproept, vormen gastouders een goed alternatief. Er hoeven dan geen barakken of andere Ter Apel-achtige varkenshokken te worden gebouwd. Die honderdduizenden asiel- en gelukzoekers die er al zijn en die nog zullen komen, worden dan begrip- en liefdevol opgenomen in Nederlandse gezinnen.
Vindt u het ook een goed idee? Is naastenliefde een van uw goede eigenschappen? Heet u ze allemaal van harte welkom, ook al komen ze uit veilige landen en zijn hun Nikes en iPhones nieuwer dan die van u? Bent u ervan overtuigd dat ze toch vooral onze cultuur komen verrijken? Neem er dan als gastouder een of meer in huis. Meldt u zich aan bij staatssecretaris Eric van der Burg. Hij zal u dankbaar zijn en u er zelfs breed glimlachend een riante vergoeding voor aanbieden.