Het was in die dagen dat Nederland in afwachting was van een kabinet onder leiding van Geert Wilders.
Er was oorlog, honger en verwoesting op vele plekken in de wereld en dus vertrokken veel mensen van die plekken naar betere oorden. Zo ook naar Nederland. De eerste plaats waar zij aankwamen was Ter Apel, om zich daar te laten inschrijven. Daarna moesten deze vluchtelingen een veilige plek zien te vinden in afwachting van een betere toekomst. Dat zou toch niet zo moeilijk moeten zijn. Aangezien Nederlanders vinden dat Nederland een gastvrij land is.
De geschiedenis leert bovendien dat het land voor een niet onbelangrijk deel zijn welvaart juist heeft te danken aan die gastvrijheid. Het waren Joden, Hugenoten, Spaanse Brabanders die in de 17e eeuw naar Nederland trokken en daarmee verantwoordelijk waren voor de bloeiperiode die bekend werd als de Gouden Eeuw.
Ook in het midden van de twintigste eeuw waren het de gastarbeiders die zeer welkom waren. Zij droegen bij aan de wederopbouw en de groeiende welvaart in die jaren. En hoewel het aantal mensen dat de weg naar ons land wist te vinden in de loop van de tijd wel erg toenam, zou je mogen verwachten dat in dat gastvrije Nederland er wel plek was voor hen die dat echt nodig hebben.
Het was in die kerstdagen dat bleek dat de herbergen waar werd aangeklopt vol waren. De vluchtelingen moesten op zoek naar een alternatief. Buiten slapen in Ter Apel of wellicht was er ergens een stal. Staatssecretaris Eric van der Burg ging helpen met zoeken en klopte overal aan. “Geen plek, we zitten vol” kreeg de staatssecretaris veelal te horen. En als dat niet het geval was stuitte de komst op verzet en bleken de vluchtelingen niet welkom. “Dat kan toch niet” moet het gemeentebestuur van Zoetermeer hebben gedacht. “Iemand herbergen in een stal is niet meer van deze tijd.”
En dus werden 69 vluchtelingen welkom geheten in het NH-hotel in Zoetermeer. “Welkom” was ook de reactie van verreweg de meeste Zoetermeerders die daarmee zorgden dat er voor 69 mensen een kerstlichtje in de duisternis verscheen. Hulde