Als je mij zou vragen welke debatten in de Haagse raad mijn bloed hebben doen koken, dan hoef ik niet lang na te denken. Ik denk dan al gauw aan de felle discussies over het Rekenkamer-onderzoek naar de Haagse Markt. Met dit onderzoek werd een hardnekkig vermoeden van de raad bevestigd: namelijk dat de marktkooplieden jarenlang teveel betaalden aan de gemeente.
Een van de raadsleden die jarenlang streden voor meer openheid over de markttarieven was CDA’er Michel Rogier. Maar toen het Rekenkamerrapport er eenmaal lag, was binnen het CDA een andere wind gaan waaien. De partij was net toegetreden tot het college en mocht zelfs een wethouder Markten leveren. In het pas gesloten coalitieakkoord was echter geen cent extra geregeld voor de Haagse Markt.
Dus verschool de partij zich tijdens de debatten achter een ander onderzoek van de gemeentelijke accountant en kleine lettertjes in een oude overeenkomst tussen de gemeente en de marktkooplieden. Kortom: alles om maar niet de portemonnee te hoeven trekken. De gehele oppositie – van Hart voor Den Haag tot de Haagse Stadspartij – was verbolgen over dit selectieve geshop in een gedegen onderzoeksrapport.
De lokalo’s van de Haagse Stadspartij noemden zich, voor zij in 2014 toetraden tot het college, trots ‘de luis in de pels van het gemeentebestuur’. En toegegeven: die rol hebben ze jarenlang met verve vervuld. Anno 2020 moeten we echter constateren de Haagse Rekenkamer de luizenrol heeft overgenomen. Vrijwel elke keer dat deze onafhankelijke toezichthouder een onderzoeksrapport publiceert leidt dit immers tot jeuk en rare sprongen.
Afgelopen vrijdag publiceerde de Rekenkamer een stevig rapport over cultuurtempel Amare. De hoofdconclusie luidt dat de gemeenteraad onvoldoende is geïnformeerd over de totale kosten van dit prestigeproject. Waar het college van 2014-2018 beweerde dat de cultuurtempel geen cent duurder zou worden dan de beloofde 177 miljoen, telden de totale kosten in die periode in werkelijkheid op tot 193 miljoen, aldus de Rekenkamer. Maar ook na 2018 zijn er volgens de Rekenkamer buiten het zicht van de raad extra miljoenen in het project gepompt.
De Haagse Stadspartij sprak van een ‘uitstekend rapport’ van de Rekenkamer. Een dag later kwalificeerde Stadspartij-raadslid Peter Bos de stelling van de Rekenkamer dat de raad onvoldoende is geïnformeerd – ofwel, de hoofdconclusie van het onderzoek – op twitter als een ‘smetje’ op het rapport. Als ik deze eerste reacties aanhoor, kan ik alleen maar hopen dat de jeuk is weggetrokken voordat de raad in levende lijve over het Amare-rapport zal spreken. Want dit resultaat van drie jaar (!) onderzoek vraagt om een discussie zonder rookgordijnen.