Lezen we nog wel wat staat geschreven? Horen we elkaar nog wel? Of lezen we wat we verwachten? Misschien wel wat we vrezen.
Mijn vorige column was een oproep tot kalmte, tot respect voor hulpverleners, tot het naleven van de wet, ongeacht de boodschap van de demonstrant. Maar wat bleef hangen? Alsof het een wedstrijd was wie de grootste tomaat kon gooien. Alsof nuance geen plek meer heeft.
Omdat ons brein liever bevestigt dan onderzoekt? Omdat we sneller reageren dan reflecteren? Omdat we, zoals het lied zegt, “Poison on your lips” dragen: woorden die bitter zijn van binnen, maar zoet klinken voor wie al boos is.
Ik heb geleerd verder te kijken. Niet omdat ik het beter weet, maar omdat ik het vaker mis had. En ik hoop dat we dat collectief durven, even stilstaan bij onze reflexen. Want wie alleen leest wat hij wil zien, mist wat er werkelijk staat.
Dat gesprek voeren we gelukkig nog wél in Zoetermeer. In buurthuizen, op scholen, in gebedshuizen. Laatst zat ik bij een bijeenkomst waar christenen, moslims, joden en humanisten spraken over vrede. Geen debat, geen strijd. Gewoon luisteren. Iedereen wil hetzelfde: veiligheid, rechtvaardigheid, een thuis voor hun kinderen.
Maar zodra dat gesprek online gaat, verandert de toon. Dan worden mensen weer hun label. De moslim ‘de ander’. De christen ‘de moralist’. De humanist ‘de zwever’. En de nuance? Die verdwijnt tussen de commentaren.
We zijn het verleerd om het ongemakkelijke te benoemen zonder te polariseren. Terwijl dat juist nodig is. Want als we niet meer durven zeggen wat we zien, verliezen we het contact met de werkelijkheid. En met elkaar.
Ook in onze stad zie je het, een incident in het Stadshart, een felle reactie op een raadsbesluit, een misverstand over een project. Binnen een uur is het oordeel geveld. De nuance verdampt. Terwijl de waarheid vaak pas zichtbaar wordt als je durft te blijven kijken.
We moeten af van het idee dat alles direct een standpunt vereist. Soms is het krachtiger om even niets te vinden. Om te luisteren. Om te lezen wat er écht staat. Want pas dan ontstaat ruimte voor verbinding. Voor beleid dat werkt. Voor een stad die niet alleen samenleeft, maar samen begrijpt.
Laten we van elkaars menselijkheid afblijven. Want wie alleen strijd ziet, mist de kans op vrede.
Deze column schrijf ik op persoonlijke titel.
(Ronald Weerwag is wethouder in Zoetermeer).