Als je ouder wordt, ga je steeds meer vergeten, maar soms komt iets plotseling terug. Ik hoorde op de radio dat het San Fermin-festival in Pamplona is begonnen en de herinneringen welden op. Ineens staat het weer helemaal op je netvlies.
Mijn schoonzusje was getrouwd met een Spanjaard en derhalve gingen mijn vrouw Nel en ik vaak naar hun woonplaats San Sebastian in het land van Franco. In die tijd was ik nog links (nu 100% genezen) maar een familiebezoek was een goed excuus om toch naar Spanje te mogen vertrekken.
Een wijntje aan de tapasbar kostte nog 2 peseta. Iedere bar had zijn eigen tapa-specialiteit en de hele stad liep van bar naar bar, waar aan de muur strijk en zet een geprepareerde stierenkop hing.*
Toen mijn zwager me vertelde, dat we naar de “encierra” in Pamplona zouden gaan begreep ik niet wat hij bedoelde, maar mijn schoonzusje vertelde, dat we voor stieren uit gingen rennen. Een vooruitzicht dat mij als éénentwintig jarige wel beviel. Ik had ooit op de atletiekvereniging DOS gezeten en hardlopen kon ik als de beste. Daarnaast zou het natuurlijk ook een stoer vakantieverhaal gaan opleveren.
We kwamen in de avond aan en een hotel bleek niet meer beschikbaar, dus kort in de auto geslapen om in de ochtend vroeg naar de straten van Pamplona te gaan. Vrouwen mochten niet op straat komen en de Guardia Civiel (met die merkwaardige petten) hield nauwlettend toezicht. Zo liep ik om zes uur in de ochtend door de straten, die overal met hekken waren afgezet. Een man in beschonken toestand wilde de straat niet verlaten. Protesteren tegen de Guardia was in die tijd niet echt verstandig, dus hij wankelde na een handgebaar van een gardist wijselijk weg. Onze dames waren ondertussen naar de arena gegaan om ons binnen te zien komen en hopelijk als helden toe te juichen.
Op straat liepen mannen met een opgerolde krant in de hand, het enige slagwapen dat je bij je mocht hebben. Ze waren in het wit gekleed en droegen rode sjerpen. De spanning groeide met de minuut en naast me liep een kennis van mijn zwager uit Pamplona. Hij sprak geen Engels, maar ik kon zijn langzaam uitgesproken Spaans wel een beetje begrijpen.
Plotseling klonk een knal en begon de menigte op de straten zich te bewegen. De stieren zijn los, meende ik te begrijpen en ik volgde ondertussen de mannen die richting Plaza de Toros liepen. Dat lopen veranderde in zachtjes rennen en plotseling zag ik enorme stieren achter me verschijnen; later bleken het de ossen te zijn die de stieren van het station naar hun eindbestemming leidden. De kennis uit Pamplona pakte me vast en drukte me tegen een muur en in een flits zag ik zwarte dieren achter me langs rennen. Nu wist ik dat je vlak voor of achter de stieren de arena moest binnenlopen en niet veel te laat of ruim van te voren. Het verschil tussen lafheid en bravoure, dus ik wilde snel achter de stieren aan. Mijn nieuwe vriend uit Pamplona trok me direct terug, want er was een gevaarlijke situatie ontstaan. Eén van de stieren was de groep niet gevolgd en liep zoekend en snuivend rond, terwijl mannen voor hem liepen en hem met hun opgerolde kranten sloegen.
Pas toen de solo stier allang voorbij was liet mijn vriend me los en kneep bij wijze van toestemming zijn beide ogen toe. Ik mocht de arena in waar ik met afkeurend gefluit (te laat) werd onthaald. Een dag later heb ik het weer gedaan, nu kwam ik weer onder gefluit binnen, omdat ik – zonder begeleiding - veel te vroeg was. Later heb ik nog een keer aan zo’n stieren-ren meegedaan in Alfaro een stadje in de Rioja.
Eén ding heb ik niet gedaan. We zijn in de middags niet naar de echte stierengevechten gegaan, want dan worden de stieren uiteindelijk afgeslacht. Uit solidariteit ging de Spaanse familie ook niet. Later begreep ik dat ze aan een vriend gevraagd hadden een oogje in mijn zeil te houden.
We hebben ondanks de vele verblijven in Spanje nooit de behoefte gehad een stierengevecht bij te wonen. Om dat besluit te nemen hebben we nimmer de obligate (kijk ons eens goed zijn) Nederlandse club nodig gehad, die het stierenvechten wil verbieden.
* De vaste grap bleek te zijn, dat die stier iemand gedood had. Niet tijdens het stierengevecht, maar toen hij van de muur op een bezoeker viel.