Komende weken worden we weer bedolven door reclames van zorgverzekeraars. Miljoenen euro’s worden niet besteed aan goede zorg, maar uitgegeven aan tv-spotjes, advertenties en andere media-uitingen. Het wrange daarbij is dat je kan kiezen uit liefst 38 elkaar beconcurrerende verzekeraars, terwijl het in werkelijkheid maar 10 maatschappijen zijn die ieder een aantal verschillende merken in de markt zetten.
Ook ik moet me weer buigen over mijn zorgverzekering voor komend jaar. Simpelweg een vergelijkingssite bezoeken, die me de richting wijst naar de beste opties - en me een elektrische tandenborstel schenkt als ik via die site een nieuwe verzekering afsluit - is niet zaligmakend. Je zult nader moeten onderzoeken of jouw favoriete fysiotherapeut, oogkliniek, ziekenhuis en andere zorgaanbieders een contract met de beoogde verzekeraar hebben afgesloten. En vaak zijn die onderhandelingen zelfs eind december nog niet afgerond.
Met weemoed denk ik terug aan de tijd dat je in het ziekenfonds zat of particulier was verzekerd. Wat was ’t leven lekker overzichtelijk. Mensen met een bescheiden inkomen zaten in het ziekenfonds. Mensen die goed verdienden, moesten zich particulier verzekeren. Er bestond binnen ’t ziekenfonds geen eigen risico, je hoefde niet voor het ene medicijn wel en het andere niet te betalen. Je kreeg geen rekeningen voor ambulancevervoer, röntgenfoto’s of bloedonderzoek. Er bestond ook niet zoiets als zorgmijders; mensen die niet naar een tandarts, cardioloog, internist of andere specialist durven, omdat ze dan een eigen bijdrage moeten betalen die ze zich niet kunnen veroorloven.
De Volharding
Ik groeide op met huisartsen, tandartsen en medisch specialisten die verbonden waren aan De Volharding, later Azivo geheten. Deze van oorsprong socialistische coöperatie had zelfs tandartsen in loondienst, een eigen apotheek, kraamkliniek en ziekenhuis. Allemaal prima geregeld. Mijn maandelijkse premie werd door de werkgever ingehouden. Ik hoefde me nergens mee te bemoeien.
Toen ik carrière maakte en meer ging verdienen, kwam ik boven de ziekenfondsgrens. Ik mocht niet langer bij Azivo blijven en diende mij particulier te verzekeren. Het voordeligst ging dat via de collectieve verzekeraar waarmee mijn werkgever in zee was gegaan. Ik was niet eens veel duurder uit dan eerst. En met lichte trots kon ik mij voortaan bij artsen aanmelden als particulier patiënt. Er hing ineens een soort keurmerk van ‘maatschappelijk geslaagd’ aan mij.
Hans Hoogervorst
Aan het systeem van fonds en particulier kwam in 2006 een eind. VVD-minister Hans Hoogervorst - voorheen PvdA’er - voerde in zijn nieuwe politieke jas een herziening van ’t zorgstelsel door. Zoals bij de VVD gebruikelijk moest marktwerking heil en zegen brengen. En dat pakte natuurlijk niet zo uit. Inmiddels zijn we jaren verder en is iedereen ontevreden. De premies worden elk jaar hoger en kwaliteit van de zorg evenredig minder. Halverwege het jaar kun je bij menig zorgaanbieder al niet meer terecht, omdat jouw verzekeraar onvoldoende behandelingen heeft ingekocht.
En dat is nog niet het ergste. De grote verzekeringsmaatschappijen hebben de macht gegrepen en bepalen inmiddels welke ziekenhuizen moeten bezuinigen, fuseren of sluiten. Fysiotherapeuten, psychologen en tandartsen die het zich kunnen veroorloven, sluiten geen contract meer af met sommige verzekeraars. Ze vinden niet alleen de vergoeding te laag, maar zijn ook de bedilzucht, het wantrouwen en de administratieve rompslomp zat. Voor de patiënt betekent ’t dat een behandeling bij een niet-gecontracteerde behandelaar slechts voor 60 procent kan worden gedeclareerd.
Eigen risico
Op weg naar de verkiezingen heeft menig politieke partij nu het afschaffen het eigen risico - 385 euro per jaar - in het programma opgenomen. Dat klinkt sympathiek, maar de miljarden die hiermee gemoeid zijn, moeten dan uit de algemene middelen komen en gaan weer ten koste van iets anders of leiden tot belastingverhoging. Onderwijl stijgen de kosten van de gezondheidszorg elk jaar onstuimig.
Zelfs de niet op winst gerichte zorgverzekeraars ontkomen er niet aan de premie voor een basisverzekering op minimaal 150 euro per maand te stellen. Wil je ook nog een paar keer per jaar naar de fysio en de tandarts, dan zit inclusief aanvullende verzekering al snel op €175 per maand. Ik verlang terug naar die relaxte situatie van vóór 2006. Zoals ik ook de marktwerking bij de energiebedrijven verfoei en ik baal van de geliberaliseerde woonmarkt.
Maar zie dat allemaal maar weer eens terug te draaien.