Zaterdagmiddag half 6 Nederlandse tijd. BBC, Final Score. Wat je daar ziet en hoort is niets en tegelijkertijd alles. De slotfases, laatste twintig minuten ongeveer, van alle wedstrijden in het profvoetbal van Groot-Brittannië komen live voorbij. Zonder dat er een bal in beeld is, laat staan een voetballer of een stadion. Je zit gebiologeerd te kijken naar cijfers en namen. Tussenstanden, ranglijsten, doelpuntenmakers, scoreverloop en meer info die ertoe doet. Alles beweegt en scrolt, van links naar rechts en van boven naar beneden, geen seconde is het stil, er komt nog net geen rook uit je scherm.
Al die constant wijzigende data worden aan elkaar gepraat door drie mensen, wel in beeld, in een studio. Ze staan in contact met correspondenten in alle stadions. Zodra er ergens wordt gescoord, een strafschop toegekend of een kaart uitgedeeld, schakelen ze direct over naar de onderhavige man of vrouw die ons tot in detail vertelt wat er nou precies gebeurde. Niet in beeld dus, we horen alleen zijn of haar verslag en blijven intussen kijken naar het scherm waarop de cijfers onderling een wedstrijdje lijken te spelen. Final Score is Langs De Lijn 2.0, maar dan op televisie, met uitsluitend reporters die kleinkinderen zouden kunnen zijn van Theo Koomen.
Want iedereen die meewerkt aan Final Score ademt enthousiasme. Echt en gemeend. De prachtige termen die de Engelse voetbalvocabulaire al tientallen jaren verrijken komen één voor één uit je scherm. What a finish that is. Absolutely sensational. You won’t believe this. Brilliant passing. Great tackle. An astonishing header. What a way to score. Delightful dribble. One of those special feelings. Galactical goalkeeping. Incredible defending. A superb volley. Goal of the season. En allemaal met dubbele uitroeptekens.
Hoe groot is het contrast met de Nederlandse voetbalverslaggeving. Daar staat de doodstraf op het exposeren van geestdrift. Integendeel, we moeten geen woord zeggen over wat goed is, maar juist de nadruk leggen op het foute. Het is namelijk veel lekkerder om de clubs, de wedstrijd en de spelers af te zeiken. Zoals René van der Gijp dat destijds deed met PSV’er Stanislav Manolev wanneer die een voorzet gaf die achter het doel de tribune in zeilde. In diezelfde wedstrijd dertig, veertig geweldige acties. En meer dan vijftig wedstrijden vaste keus in het nationale elftal van Bulgarije. Maar volgens ons nationale lachebekje kon hij er geen ene reet van.
Dit populisme is niet incidenteel maar illustratief. Als je in Nederland voetbal verslaat, gesproken en geschreven, mág je niet iets positiefs melden. Vermoedelijk omdat collega’s dat onacceptabel vinden en jou dan niet meer serieus nemen. Want je moet je houden aan de spelregels. En die schrijven voor dat je uitsluitend meedeelt wat je fout en slecht vindt. De goede dingen beklemtonen? Nee, dat moet je als verslaggever vooral niet doen. Stel je voor dat er door jouw lovende woorden kijkers, luisteraars of lezers enthousiast worden? Kunnen we niet hebben! Zo negatief mogelijk graag, zo hoort het in ons land. Het werkwoord kankeren is tenslotte ook een Nederlandse vinding die geen buitenlandse vertaling kent.
O zeker, er zijn uitzonderingen. Verslaggevers die begrijpen dat je van voetbal vooral kunt genieten. Vincent Schildkamp bijvoorbeeld. Of Arman Avsaroglu die zo heerlijk aanstekelijk met z’n stem uit de bocht vliegt wanneer hij iets moois ziet. Of Leo Driessen en Koert Westerman die de humorfactor niet schuwen en naar wie het plezierig luisteren is. Emile Schelvis begrijpt het vak ook als geen ander én hij weet wanneer de coach Piemkes en Siemkes van positie moet laten wisselen (grapje voor insiders en Bomansfans). Maar dan hebben we ze wel gehad.
Heb ik de illusie dat ik op deze plaats het niveau van de meeste vaderlandse voetbalverslaggevers kan upgraden? Natuurlijk niet. Luister naar Johan Derksen, Valentijn Driessen en nog wat van die zelfbenoemde deskundigen. Hun vertrekpunt is te allen tijde negativisme. Wie enthousiast over voetbal praat of schrijft, verklaren ze voor gek. Ik ben bang dat dit columnpje daar niet veel aan zal veranderen. Ze kúnnen eenvoudigweg niet positief denken. Ze houden namelijk niet van voetbal.