Sinds deze maand heb ik een elektrische auto. Niet omdat ik Jesse Klaver met zijn eikeltjespyjama nou zo graag blij maak. Nee, vooral omdat een Defender, de mooiste auto ter wereld, het af en toe niet doet. En ik werd eerlijk gezegd ook wel een beetje moe van die juichende pompbediende die mij met confettikanonnen begroette als ik bij het tankstation aankwam.
Die pompbediende rij ik nu stilletjes voorbij. Op zoek naar een laadpaal. En die zijn prima te vinden, desnoods via een app. Een app, want niet iedere paal kan een prominente plek hebben. Sterker nog, hoe minder prominent de plek van de paal, hoe beter. Het gebeurt me namelijk net even te vaak dat een petrol head lekker prominent een laadplek bezet. En aangezien laden met een kabel over de stoep niet mag, sta je dan wel een beetje voor paal met je elektrische auto. Zonder eigen oprit in je eikeltjespyjama. Dat moet toch beter kunnen?
Dat moet beter kunnen dachten ook de Rijswijkers die in een vies parkje een halfgare lamp met graffiti vonden. Het stuk oud ijzer bleek de Wilhelminalantaarn, gemaakt ter ere van het 40-jarige regeringsjubileum van de koningin. De vorstin die de Nederlanders in de steek liet zodra het spannend werd. Om via de radio de oranjeheld uit te hangen. Zonder de Jodenvervolging te veroordelen. Met haar foute schoonzoon. Tot groot ongemak van onze huidige koning.
Je zou dus zeggen, prima zo’n monument onder de graffiti in een vies parkje. Opdat wij nooit vergeten. Je krijgt wat je verdient. Maar het kon en moest beter. En er is nu dus een prominente plek gevonden. Ergens op een groenstrook in Oud Rijswijk. Geloof ik. En nu denken ze dat het daar storm gaat lopen met toeristen. Voor een lantaarnpaal in perk. We gaan het meemaken. Als ze maar niet allemaal ook voor een laadpaal komen. Dan toch maar met de Defender naar de markt.