Op basis van internationale veiligheidsbepalingen moeten windturbines van 150 meter en hoger voorzien worden van obstakelverlichting om zichtbaar te zijn voor naderende vliegtuigen. Omdat deze verlichting soms voor overlast zorgt, opent de provincie Zuid-Holland op 1 augustus een subsidieregeling voor transponder- en radartechniek waardoor de rode lampen op windturbines niet meer de hele nacht aan hoeven te staan.

De rood knipperende verlichting van een windturbine, ook wel ‘obstakelverlichting’ genoemd is fel, omdat deze ook bij slechte weersomstandigheden goed te zien moet zijn voor naderende vliegtuigen. Exploitanten van windturbines vanaf 150 meter hoogte zijn verplicht om deze windturbines te voorzien van de rode lichten.

Door transponder- of radartechniek op windturbines te installeren, gaat de obstakelverlichting automatisch uit als er geen luchtverkeer in de buurt is. Hierdoor hebben omwonenden en voorbijgangers minder last van deze rode lichten.

Het Rijk, de provincies en de brancheorganisatie van windexploitanten hebben daarom een subsidieregeling opgezet om tegemoet te komen in de aanschaf- en installatiekosten van transponder- en radartechniek. "Dankzij de afspraken met de luchtvaartautoriteiten wordt het eindelijk mogelijk om de verlichting op de windmolens uit te zetten als er geen vliegtuigen in de buurt vliegen. Wij hopen dat deze regeling Zuid-Hollandse windparken over drempel helpt om maatregelen te nemen om de luchtvaartverlichting uit te kunnen zetten en zo de lichtoverlast terug te dringen." zegt Berend Potjer, gedeputeerde Energie van de Provincie Zuid-Holland.

Windexploitanten kunnen vanaf 1 augustus een subsidieaanvraag voor windparken in Zuid-Holland indienen. De regeling staat open tot 1 november 2025 of totdat het subsidieplafond bereikt is. De subsidieregeling vergoedt tot 40 procent van de kosten die windexploitanten maken voor het aanschaffen en installeren van transponder- en radartechniek, waarbij 20 procent van het Rijk komt en 20 procent van de provincie.