Patrick Verhoef, directeur-bestuurder van Werkbedrijf De Binnenbaan, is geschrokken van de salarisstroken die hij deze week naar ruim 450 medewerkers verstuurde. Hieruit bleek dat deze medewerkers, die vaak vanwege een arbeidsbeperking een grote afstand tot de arbeidsmarkt hebben, er in veel gevallen op áchteruit zijn gegaan.

Patrick Verhoef: “Werken moet lonen, staat in het regeerprogramma van het kabinet-Schoof. Maar voor mensen met een arbeidsbeperking valt dat vies tegen. Zij gaan er door belastingmaatregelen juist op achteruit. Dat terwijl deze collega’s vaak niet meer uren kúnnen werken. Dit zijn hard-werkende Nederlanders, die zich naar vermogen inzetten voor onze economie.”

De achteruitgang is een gevolg van het kabinetsbeleid om méér werken, méér te laten lonen. Dit gaat ten koste van de koopkracht van diegenen die part-time werken. Verhoef: “In theorie begrijp ik het wel, maar in de praktijk is dit precies níet wat je wilt. Bij De Binnenbaan bieden wij werk aan mensen die simpelweg niet meer uren kunnen maken dan ze doen, door een handicap of door andere omstandigheden. Dat die groep er nu op achteruit gaat, is wrang. Dit maakt werken juist minder aantrekkelijk.”

Directeur Verhoef roept op om dit te herstellen: “Een paar tientjes lijkt weinig, maar het gaat gewoon om een keer minder boodschappen doen. Dat raakt de bestaanszekerheid.” Dit negatieve koopkracht-effect kan bijvoorbeeld hersteld worden door een nieuwe CAO. Het geld daarvoor moeten gemeenten echter van het Rijk krijgen en ook daarvoor lijken de budgetten op slot te zitten. “Het Rijk moet hoe dan ook bijspringen voor deze groep. Via de belastingen of via extra geld voor een nieuwe CAO, dat kan allebei. Als het maar geregeld wordt.”
Activeer om grotere afbeelding te bekijken,