Beste Zoetermeerders, goedenavond,
Muziek, dans, circus, zang en spektakel…Een flitsender begin van deze voorstelling is niet denkbaar, toch?
De dynamiek staat wat mij betreft symbool voor het nieuwe jaar. Want Zoetermeer is een stad in beweging. Zoals de dansers en danseressen van zojuist vrijwel geen moment hebben stilgestaan, zo blijft ook onze stad aan de weg timmeren en zich ontwikkelen.
Zelfs de titel van het stuk is eigenlijk wel heel toepasselijk. ‘Cross the line,’ luidde deze. ‘doe een stap in elkaars richting,’ zou hiervan de vrije vertaling kunnen zijn. ‘Hoe weten we wie we zijn als we nooit onze vertrouwde comfortzone verlaten om een keer wat verder te kijken?’ was de tekst van het refrein. Dat is al meteen een heel filosofisch begin van deze avond, vindt u niet? En het lijkt wel alsof het openingsnummer juist vanwege die bijzondere boodschap is gekozen. Toch is het toeval, echt waar. Maar wat mij betreft is ‘cross the line’ wél heel toepasselijk.
We hebben immers 2023 achter ons gelaten en zijn de drempel van het nieuwe jaar overgestapt. Natuurlijk wil ik u daarom allereerst een heel gelukkig en gezond 2024 toewensen. We gaan er straks het glas op heffen, tijdens de receptie die de gemeente u na deze voorstelling aanbiedt. Maar de belangrijkste boodschap spreek ik nu alvast uit: mede namens de andere leden van het gemeentebestuur wens ik dat 2024 veel moois en fijns in petto heeft, voor u en iedereen die u dierbaar is.
Ik hoop dat u met plezier op de jaarwisseling kunt terugkijken. Het kan zijn dat u, ondanks alle regen, naar één van de twee lasershows op de Markt bent geweest. En wie tussen de zestien en drieëntwintig jaar is, heeft misschien wel het feest in SilverDome bezocht. Vrijwel iedereen heeft er een gezellig feest van gemaakt.
Maar helaas zijn er in deze stad en in deze regio ook personen geweest die zich schuldig maakten aan geweld, óók tegen onze hulpverleners. Voor mij is dat onbegrijpelijk en volstrekt onacceptabel. De politie, de brandweer, het ambulancepersoneel en vele anderen gingen die dag van huis, om ons te beschermen en te helpen. Maar op sommige plaatsen zijn ze letterlijk onder vuur genomen.
Ook in voorgaande jaren hebben we dit gezien. Ook nu hebben we kunnen vaststellen dat landelijke politici moord en brand schreeuwen achteraf, maar niet thuis geven om het vooraf te regelen. Ik zag een artikel uit De Volkskrant uit, moet u nagaan, maart 1955 over een verzoek van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten aan de minister van Binnenlandse Zaken om een landelijk vuurwerkverbod af te kondigen. Nu, bijna zeventig jaar later, wordt het tijd dat die stappen worden gezet. Daarom hoop ik dat de landelijke politiek hier eindelijk werk van gaat maken. Ik zal mij hier de komende periode sterk voor gaan maken. Wij mogen onze hulpverleners niet in de kou laten staan.
Natuurlijk is dat zuur voor degenen die wél zorgvuldig met vuurwerk omgaan en er die avond en nacht plezier aan beleven. Maar een landelijk verbod geeft meer duidelijkheid. Het zal ieders veiligheid ten goede komen en het aantal slachtoffers beperken. En we kunnen dan hopelijk achteraf vaststellen dat het voor iedereen een feestje is geweest.
Dat dit keer, ondanks alles, de schade en ellende toch nog beperkt zijn gebleven, danken we aan… ja, inderdaad, de regen – weet u nog? – die maar van geen ophouden wist. Maar ook – en vooral – aan de bewonderenswaardige inzet van de vrouwen en mannen van, ik noemde ze al, de politie, de brandweer en de ambulancediensten. Natuurlijk verdienen ook de medewerkers van de gemeente, onze boa’s die zo veel belangrijk werk doen, de overige hulpverleners en de vele vrijwilligers onze grote waardering en dank.
Hierbij wil ik ook het personeel in ons Haga Ziekenhuis Zoetermeer en de andere ziekenhuizen in onze regio noemen. Terwijl wij aan de oliebollen zaten, maakten deze teams overuren in soms zeer hectische situaties. Het bezorgt me een gevoel van grote trots dat zo’n grote groep zich voor onze stad en onze bewoners heeft ingezet… Én inzet, want het geldt niet alleen voor de jaarwisseling.
Ik denk wat dit betreft ook aan de vele vrijwilligers die het hele jaar door, op allerlei manieren hun beste beentje voorzetten. Ze zijn bijvoorbeeld actief in de Wijk en Agent Samen Teams, in een buurtvereniging of bewonersgroep. Maar ook bij de Speelgoedbank en in het leerlingenvervoer. En bij het organiseren van beweegactiviteiten voor 55-plussers. Velen ontfermen zich ook over een buurvrouw of buurman door even een boodschap voor ze te doen, of bij ze bezoek te gaan – gewoon, voor een kopje koffie of een gezellig praatje.
‘Hoe gaat het met u?’
Het zijn maar een paar woorden, maar het wordt allemaal zó gewaardeerd.
Laten we eens kijken hoeveel mensen in de zaal zitten die vrijwilligerswerk doen of iemand helpen in hun buurt of wijk. Ik ben wel benieuwd! Ik wil hen, of nee: ik wil ú en al die andere kanjers nog eens éxtra bedanken. Jullie verdienen een daverend applaus!
Toch is er sprake van een wonderlijk contrast. Als ik met vrijwilligers praat, ben ik altijd onder de indruk van hun toewijding en hun enthousiasme. Iedereen is even aardig en even leuk. Maar tegelijkertijd is onze samenleving meer en meer aan het verharden. Sommigen kunnen weinig van elkaar hebben, er wordt – al dan niet op internet – heel wat af geruzied. Het is een tendens en het wordt steeds erger. Hoe kán het dat sommigen alles en iedereen op voorhand wantrouwen, beschimpen en soms zelfs bedreigen? Harde feiten lijken niet meer dan willekeurige meningen te zijn, die je geheel naar eigen wens mag interpreteren en toepassen.
De Koning zei heel treffend in zijn kersttoespraak dat, en ik citeer, ‘velen het idee hebben dat we elkaar aan het kwijtraken zijn’. Dat gevoel heb ik ook. En daar maak ik me zorgen over. Natúúrlijk hoef je het niet altijd met elkaar eens te zijn. Maar laten we stoppen met elkaar voortdurend de maat te nemen. Dat is mijn boodschap van deze avond: Denk eerst na, voordat je iets roept. Laten we proberen ons in elkaar te verplaatsen. Zet die stap! Ja: cross the line!
‘Maar we mogen ons toch wel zorgen maken?’, hoor ik u al denken. Natúúrlijk mag dat. We kampen met een enorme woningnood. De boodschappen zijn duurder geworden. Niet iedereen weet of hij of zij aan het eind van de maand de rekeningen nog wel kan betalen. Eén ding staat vast. Dat is dat we als gemeente niemand laten vallen, we zullen er zijn voor wie dat echt nodig heeft.
Een goed voorbeeld van hoe we elkaar weten te vinden, was vorig jaar het Stadsfestival Zoetermeer 2040. Met 85 activiteiten in de stad lieten organisaties en de gemeente zien hoe velen hun steentje eraan bijdragen dat het in Zoetermeer fijn, of zeg maar gerust: héél fijn is om te wonen, te werken en te recreëren. Nu, en in de toekomst.
En laten we ook onze winkeliers en de andere ondernemers niet vergeten. Zij zijn het, die, óók in moeilijke tijden, toch altijd maar weer de schouders eronder zetten om onze lokale economie draaiende te houden.
Zoetermeer is niet zomaar een stad. Zoetermeer is een warme huiskamer, waar altijd wel wat te doen is en waarin we állemaal ons plekje kunnen vinden. Velen – ook in deze zaal – dragen dit uit. Iedereen hoort erbij, niemand staat er alleen voor.‘You’ll never walk alone’.Ook dát nummer zal straks klinken.
Met – en dat is weer heel wat anders – de act ‘Slag bij Zoetermeer’ staan we bovendien stil bij het gevecht dat een Spaans garnizoen in september 1574, dus dit jaar precies 450 jaar geleden, leverde tegen de snel oprukkende Watergeuzen. Zij waren met hun schepen op weg naar Leiden om die stad te ontzetten, maar stuitten in de omgeving van de Voorweg op de vijand.
Ik zal u niet langer in spanning houden. Daarom ga ook ík nu de lijn over, maar dan in de letterlijke betekenis, waarbij ik op de rand van dit podium doel. En schrikt u maar niet: ik neem de trap aan de zijkant van het podium. Terwijl de lampen doven en Edwin van Enkhuijzen zich gereed maakt voor zijn optreden, keer ik stilletjes terug naar mijn stoel in de zaal.
Namens het gemeentebestuur wens ik u allen een hele mooie en leuke avond.
Dank u wel.