Inwoners van Oosterheem signaleren al langere tijd een hoge verkeersdruk op de Zegwaartseweg, met name van verkeer dat vanuit Oosterheem richting het noorden wil rijden, bijvoorbeeld naar Alphen aan den Rijn of de N11. De Zegwaartseweg is een historische lintweg door woongebied, die niet is ingericht als hoofdontsluiting.
Wie naar het noorden wil, is vaak genoodzaakt om of via de Zegwaartseweg te rijden, of via de zuidzijde van Oosterheem om te rijden en vervolgens via de N209 alsnog richting noord te gaan. Beide opties zorgen voor onwenselijke verkeerssituaties: ofwel drukte op een niet-toegesneden woonstraat, ofwel extra kilometers via de stad en omliggende infrastructuur.
Daarnaast zien wij dat er aan de oostkant van Oosterheem, ter hoogte van de rotonde bij de Martin Luther Kinglaan en de Hildamlaan, een breed viaduct onder de HSL ligt dat momenteel alleen voor fietsers wordt gebruikt. Bewoners vragen zich af of deze bestaande infrastructuur niet slimmer benut kan worden voor een betere ontsluiting richting de N209.
Daarom stelt Zó! Zoetermeer de volgende vragen:
1. Is het college ermee bekend dat de Zegwaartseweg veel wordt gebruikt door verkeer uit Oosterheem richting Alphen aan den Rijn en dat dit leidt tot verkeersdruk in een woonomgeving?
2. Beschikt het college over recente verkeerstellingen of analyses van verkeersstromen op en rond de Zegwaartseweg, en wat valt daaruit op? Wij ontvangen deze informatie graag.
3. Is het college bekend met het viaduct onder de HSL bij de rotonde bij de Martin Luther Kinglaan en de Hildamlaan, en wat is op dit moment de formele functie of bestemming van deze verbinding?
Welke mogelijkheden ziet het college om deze doorgang, met aanpassingen, geschikt te maken voor gemotoriseerd verkeer?
Is het college bereid om samen met de provincie Zuid-Holland, ProRail, het Hoogheemraadschap en andere belanghebbenden te verkennen of deze verbinding benut kan worden voor een aanvullende ontsluiting richting de N209 en Alphen aan den Rijn?
In de Ruimtelijke Strategie Zoetermeer 2040 wordt gesproken over betere verbindingen met de regio. Hoe ziet het college in dit licht de verbinding richting Alphen aan den Rijn, en wordt deze als knelpunt erkend?
Wordt de mogelijkheid van een alternatieve oostelijke ontsluiting van Oosterheem in dat kader expliciet meegenomen in de uitwerking van mobiliteits- of gebiedsvisies?
Indien het college tot de conclusie komt dat een ontsluiting via het genoemde viaduct niet haalbaar is, welke andere maatregelen worden dan overwogen om de verkeersdruk op de Zegwaartseweg te verlichten en de bereikbaarheid van Oosterheem richting het noorden structureel te verbeteren?