De Oostweg is dagelijks een van de drukste uitvalswegen van Zoetermeer. Tijdens de ochtendspits staat het verkeer richting de A12 regelmatig muurvast. Dit zorgt niet alleen voor vertragingen, maar ook voor onnodige uitstoot en ergernis bij weggebruikers.

In andere landen worden inmiddels innovatieve verkeersontwerpen toegepast om dit soort knelpunten aan te pakken. Een opvallend voorbeeld is de divergerende diamantaansluiting (DDI), waarbij verkeer tijdelijk aan de linkerzijde rijdt — een gecontroleerde vorm van spookrijden — waardoor kruispunten efficiënter worden benut en de doorstroming toeneemt.

Zó! Zoetermeer wil weten of ook onze stad kan profiteren van dit soort slimme oplossingen en stelt daarom de volgende vragen:

1.    Is het college ermee bekend dat de Oostweg tijdens de ochtendspits structureel vaststaat richting de A12 en dat dit een van de grootste doorstromingsproblemen van Zoetermeer vormt?

Beschikt het college over recente verkeerstellingen en analyses van de verkeersstromen op en rond de Oostweg en de aansluiting op de A12? Zo ja, kan de raad deze informatie ontvangen?
Wordt de Oostweg meegenomen in de actualisatie van het gemeentelijke mobiliteitsbeleid of in regionale bereikbaarheidsprogramma’s waarin de doorstroming op hoofdwegen wordt beoordeeld?
Is het college bekend met het concept van de divergerende diamantaansluiting (DDI), waarbij verkeer tijdelijk de linkerweghelft gebruikt (“spookrijdt”) om de doorstroming te verbeteren?
Ziet het college mogelijkheden om, eventueel samen met Rijkswaterstaat en de provincie Zuid-Holland, te onderzoeken of een DDI of een vergelijkbare innovatieve oplossing geschikt kan zijn voor de Oostweg richting de A12?
6.    Welke maatregelen neemt of overweegt het college op korte termijn om de doorstroming op de Oostweg te verbeteren, in afwachting van mogelijke structurele oplossingen?

7.    Hoe past de aanpak van de Oostweg binnen de ambitie om Zoetermeer tot de best bereikbare stad van Nederland te maken?

Ruben van der Perk