Onlangs vond in de gemeenteraad van Zoetermeer een interpellatiedebat plaats op verzoek van de fracties van GroenLinks, PvdA, SP, D66, PVV en FvD. Aanleiding waren de toenemende zorgen over het bestuurlijk handelen van wethouder Weerwag (LHN), in het bijzonder rondom sportverenigingen zoals DWO en FC Zoetermeer, en het herhaald uitblijven van toezeggingen, waaronder het volkshuisvestingsprogramma. De VVD meldt hier het volgende over. 

De raad had op 11 april een brandbrief ontvangen van voetbalvereniging DWO, waarin de club ernstige zorgen uitte over de communicatie met de gemeente en het uitblijven van concrete actie op eerdere signalen. Kort daarna stelden diverse raadsleden mondelinge vragen aan de wethouder. De beperkte antwoorden voedden de ongerustheid binnen de gemeenteraad.

De indieners van het interpellatiedebat hadden vooraf een reeks concrete vragen geformuleerd. Onder meer vroegen zij waarom de wethouder pas in actie was gekomen na de brandbrief, of gemaakte afspraken met verenigingen wel goed werden vastgelegd, en of de wethouder voldoende reflecteerde op zijn eigen rol en functioneren.

Naast het dossier DWO wezen de partijen ook op andere dossiers waarin toezeggingen niet waren nagekomen. Zo was een toegezegd memo over FC Zoetermeer in het eerste kwartaal van 2025 niet naar de raad gestuurd, en was het volkshuisvestingsprogramma inmiddels voor de derde keer uitgesteld – tot november 2025. Deze vertraging viel extra op, omdat eerder door de raad was aangedrongen op besluitvorming uiterlijk in maart 2025.

Tijdens het debat stond wethouder Weerwag uitgebreid stil bij zijn rol. In zijn reactie benadrukte hij dat de kritiek hem persoonlijk raakte: ‘Het gaat niet alleen over dossiers, maar ook over mij als mens’. Hij erkende dat er fouten waren gemaakt, met name in de communicatie, en dat verslagen van gesprekken met verenigingen vaak ontbraken. Dat reken ik mijzelf aan. Ik wil leren van deze ervaringen en beter verbinding maken met de raad en met de stad’, aldus Weerwag.

Wat betreft DWO bevestigde de wethouder dat er contact was geweest, maar dat het gevoel van urgentie en wederzijds begrip had ontbroken. Er werd inmiddels gewerkt aan een oplossing, zonder precedentwerking, waarbij maatwerk voorop stond. Ook bij FC Zoetermeer was volgens de wethouder gekozen voor een zorgvuldige aanpak, maar hij erkende dat de raad actiever geïnformeerd had moeten worden. Over het volkshuisvestingsprogramma zei Weerwag: ‘Het heeft meer tijd gekost dan gehoopt, deels door landelijke wetgeving en capaciteitsproblemen. Maar ik geloof dat zorgvuldigheid leidt tot kwaliteit. We lopen regionaal voorop, ondanks de vertraging’.

De fracties van GroenLinks, PvdA, D66, SP en Zoetermeer Vooruit dienden een motie van treurnis in waarin de raad werd gevraagd ‘met treurnis’ kennis te nemen van het handelen van de wethouder. De moties werd met 15 stemmen voor en 22 stemmen tegen verworpen. De fractie van de Zoetermeerse VVD stemde tegen deze motie. ‘Waar hard gewerkt wordt worden soms fouten gemaakt. Ook besturen is mensenwerk’, aldus VVD-fractievoorzitter Lisette Sandifort: ‘Wethouder Weerwag heeft de VVD-fractie in zijn uitleg ervan overtuigd dat hij bereid en in staat is van zijn fouten te leren. Dat is voor ons voldoende. Want het bouwen van huizen en het zorgen voor goede sportvoorzieningen moeten gewoon doorgaan!’.