Zorgen in Zoetermeer over geparkeerde scootmobielen in flats

5 November 2024, 09:33 uur
Lokaal
mainImage
ANP
Archieffoto

Sinds 1 januari 2024 stelt het Besluit bouwwerken leefomgeving, als onderdeel van de omgevingswet, dat er geen brandgevaarlijke objecten aanwezig mogen zijn in de vluchtwegen en verkeersroutes van gebouwen.

"Sinds 1 juli 2024 is het expliciet verboden om (onder meer) fietsen en scootmobielen in gangen, galerijen en trappenhuizen te plaatsen", aldus Rene Haak, fractievoorzitter PDvZ.

"Met name woningbouwcorporaties, zoals Vidomes die vooral voor de wat oudere inwoners woningcomplexen beheert, geven aan dat handhaving en uitvoering niet makkelijk zijn. Voor mensen die al een scootmobiel hebben is er vaak geen ruimte beschikbaar om deze te kunnen stallen. Een scootmobiel in de woning plaatsen zal vaak niet mogelijk zijn. Daarnaast zijn veel gebruikers van scootmobielen slecht ter been en is men afhankelijk van de scootmobiel nabij hun woning".

"Ook de VNG kreeg het signaal dat veel gemeenten niet toetsen op daadwerkelijke beschikbaarheid van een brandveilige stallingsruimte bij het toekennen van scootmobielen, zodat de problematiek verder toeneemt. Vanwege de toenemende vergrijzing en de stijgende aantallen aanvragers van scootmobielen zien we het probleem alleen maar toenemen".

De PDvZ heeft daarom de volgende vragen aan het college:

1. Kan in de WMO-verordening voor scootmobielen de eis worden opgenomen dat er een brandveilige stallingsplek beschikbaar moet zijn?;
2. Kan de beschikbaarheid van de stallingsplekken actief worden getoetst en navraag worden gedaan bij een eventuele verhuurder of beheerder?;
3. Wil dit college actief samen met gebouweigenaren, corporaties en zorginstellingen onderzoeken om brandveilige stallingen binnen of buiten het gebouw te realiseren?;
4. Daar waar geen mogelijkheid is om binnen een gebouw een brandveilige stalling te realiseren, kan en wil de gemeente hierin een actieve rol spelen om stallingsmogelijkheden buiten het gebouw (vaak op grond van de gemeente) toe te staan?
5. Zo nee, hoe gaat de gemeente uitvoering geven aan de wettelijke regels omtrent het besluit bouwwerken leefomgeving?
6. Kan de gemeente, in het geval van het verlenen van vergunningen zich flexibel en soepel opstellen om de externe en brandveilige stallingsruimte te kunnen realiseren?
7. Wordt er bij nieuw te bouwen (senioren) woningen rekening gehouden met een ruimte in de eigen woning of een gezamenlijke stalling voor scootmobielen?