Het debat woensdag in de commissie Bestuur over onder meer de demonstratie op oudejaarsdag op het Tesselseplein, mondde onder meer uit in een discussie tussen Hart voor Den Haag/Groep de Mos aan de ene kant en coalitiegenoten VVD en CDA aan de andere kant.

HvDH-raadslid Janice Roopram vond het vreemd dat beide partijen, en zij richtte zich op de fractievoorzitter Frans de Graaf en Kavish Partiman, niet hadden voorkomen dat het überhaupt tot de fel bekritiseerde bijeenkomst in Duindorp was gekomen. Beiden zitten in het college, en moeten dus wel geweten hebben van de aanvraag voor een demonstratie en de overwegingen van het college. U heeft als coalitiepartijen toch overleg met uw wethouders in het college, stelde zij in eerste instantie bij De Graaf.

Zijn antwoorden en uitleg ('ik heb geen enkele weet van wie wanneer een demonstratie aanmeldt, dat is puur en alleen een zaak van de burgemeester') over wie wat weet en doet, waren voor Roopram echter geen reden om later ook Partiman niet aan te spreken op de gang van zaken. Ook de CDA-er had volgens haar moeten (helpen) voorkomen dat de bijeenkomst überhaupt kon plaatsvinden. 

Partiman gaf daarbij aan dat de antwoorden en uitleg van De Graaf blijkbaar niet duidelijk genoeg waren. Hij adviseerde het raadslid van HvDH de reglementen van de raad nog eens goed te lezen. Er is namelijk sprake van dualiteit in ons politieke systeem, waarbij het college en raad hele andere taken hebben. De raad controleert het beleid van het college, en is het absoluut niet zo en zeker ook niet de bedoeling dat 'ik met mijn wethouder praat over andere zaken dan CDA-zaken'.