HSP blij met rapport Rekenkamer en 156 miljoen euro

6 November 2020, 12:28 uur
Politiek
mainImage

De Haagse Stadspartij is blij met het rapport en de aanbevelingen van de Rekenkamer over Amare, de fractie complimenteert de onderzoekers, maar heeft ook wel haar vragen bij enkele van de harde conclusies van de Rekenkamer. 

Dat betreft dan bijvoorbeeld het feit dat de Rekenkamer stelt dat de kosten van de parkeergarages, de commerciële plint en de risicoreservering apart in de grondexploitatie waren opgenomen. “Dit is op zich niets nieuws en is ons ook keurig gemeld door het college", stelt raadslid Peter Bos." Er is destijds ook uitvoerig over gesproken in de raad. Daarnaast vraag ik me af of dit soort kosten wel als investeringskosten voor het gebouw moeten worden gezien. Ik en het college vinden eigenlijk van niet, de Rekenkamer denkt daar anders over."

Bos betwist ook dat het gebouw daarmee toch duurder uitvalt dan het Spuiforum. "Ook in dat plan waren de parkeergarages en de risicoreservering niet meegenomen in de investeringskosten. Maar de Rekenkamer heeft wel een punt dat de informatie overzichtelijker had gekund. Ook in het raadsvoorstel m.b.t. de package deal van 2018 was dit het geval.”

Het raadslid, wiens huidige collega en oud-wethouder Joris Wijsmuller ook een rol heeft gespeeld in de totstandkoming van Amare, leest ook iets nieuws in het rapport, dat de gemeente een voordeel behaalt met de exploitatie van het gebouw van maar liefst 156 miljoen euro. Dat is een mooie bijvangst van het rapport”.

Bos gaat wel mee met de aanbevelingen de gemeenteraad voortaan transparanter te informeren en om de systematiek van de vastgoedexploitatie te verbeteren. "Uitstekend. Want in algemene zin gebeurt het te vaak dat we bij grote projecten onvoldoende en vaak pas achteraf worden geïnformeerd. We hebben het laatste nog gezien bij het KJ-Plein. Maar als het gaat om Amare hebben we jarenlang uitvoerige kwartaalrapportages gekregen die steeds uitgebreid besproken zijn in de raadscommissies en hebben we duizenden technische vragen kunnen stellen aan het college. Ik ken geen ander project waarbij we zo zijn overstelpt met informatie dan bij Amare.”

Wat betreft de gekozen DBM-constructie concludeert Bos dat deze keuze goed heeft uitgepakt. "Er wordt een kwalitatief hoogwaardig gebouw gerealiseerd waarbij de aannemer verantwoordelijk is voor zowel het ontwerp, de bouw als het onderhoud. De Rekenkamer geeft terecht aan dat er op sommige momenten onvoldoende regie was van de gemeente op het contract. De driehoeksverhouding tussen gemeente, culturele instellingen en de ontwikkelingscombinatie maakte het soms ingewikkeld. Door veranderende eisen van de culturele instellingen kwamen er aanpassingen in het ontwerp met meerkosten tot gevolg."

Wat betreft de constatering van de Rekenkamer dat het inzicht op de vastgoedexploitatie beter kan, stelt Bos dat een goed punt te vinden. "Daarmee krijgen we inzicht in de kosten per gebruiker en kunnen we onderscheid maken in het onderwijsgedeelte en in het cultuurgedeelte van het gebouw. Tot nu toe drukt de exploitatie volledig op de cultuurbegroting. Straks kunnen we ook een deel afwentelen op de onderwijsbegroting, kunnen we beter zien of het Koninklijk Conservatorium een reële huurprijs betaalt en ze daarop aanspreken. Dat is winst”.