Dat Den Haag voor afvalverwerking en aan verbrandingsbelasting fors meer betaalt dan in de afgelopen jaren, komt doordat in de oude overeenkomsten gedurende de lange looptijd alle nieuwe belastingen voor rekening kwamen van de opdrachtnemer. Pas in de nieuwe contracten zijn daardoor de effecten van de invoering van belastingen merkbaar, later dan in de meeste andere gemeenten. 

Dat geeft wethouder Liesbeth van Tongeren aan in een brief aan de commissie Leefomgeving. In een commissievergadering waren vragen gesteld over de verhogingen die ook gevolgen hebben voor de inwoners. De wethouder geeft daarbij ook aan dat de markt op dit moment rekent met hogere verwerkingstarieven dan tien jaar geleden. Daar hebben alle gemeenten mee te maken, zo stelt zij. Daar komt bij dat de vraag naar verwerkingscapaciteit op dit moment groter is dan het aanbod.

Van Tongeren laat de commissie weten dat de verhoging van het afvalstoffentarief in 2021 ongeveer 14 miljoen euro meer oplevert dan in 2020. Die miljoen dekken de hogere verwerkingskosten (5,7 miljoen euro) en de verbrandingsbelasting (5,2 miljoeneuro) die gelden bij de nieuwe verwerkingscontracten per 01 maart 2020. De resterende 3 miljoen euro betreft zogenoemd 'kostendekkenduitvoering bestaand beleid'.