Wethouder Bredemeijer wil latere selectie basisschool

24 December 2020, 10:51 uur
Politiek
mainImage

De Haagse wethouder Hilbert Bredemijer vindt dat er in het Nederlandse basisonderwijs te vroeg wordt geselecteerd. Kinderen al op hun 11e selecteren voor een vervolg opleiding zorgt er volgens hem voor dat veel kinderen niet terechtkomen op het voor hen geschikte niveau. Kinderen houden daar de rest van hun leven last van, stelt hij donderdag in NRC.

Volgens zijn opponent in het zogeheten twistgesprek, Sezgin Cihangir (onderwijsdeskundige en directeur Nederlands Mathematisch Instituut), lijkt het oproepen tot een latere selectie 'leuk, alleen een gemiddelde leerling of leerkracht heeft daar niets aan. Sterker nog, het probleem van het onderwijs is niet de vroege of late selectie. De daadwerkelijke kwestie is dat leerlingen toch echt wel de elementaire taal en rekenvaardigheden moeten leren beheersen en wel in acht jaar basisonderwijs'.

Waar Bredemeijer spreekt van 'selectie' in het huidige onderwijssysteem op jonge leeftijd, heeft Cihangir het over differentiatie waarbij het gaat over niveau. "Te veel kinderen verlaten nu nog het basisonderwijs zonder dat ze voldoen aan de streefnormen voor taal en rekenen. Slaagt het basisonderwijs er niet in kinderen in acht jaar voldoende te vormen? Komt dat door te weinig tijd, of te weinig kwaliteit? Natuurlijk worden er bij die differentiatie fouten gemaakt, maar dat kun je, denk ik, eenvoudig oplossen door de tweede kans te versoepelen voor leerlingen die alsnog omhoog willen.”

De Haagse wethouder wijst er dat basisscholen proberen het maximale uit kinderen te halen, maar dat die soms kampen met achterstanden, zeker in een grote stad als Den Haag. "Ook krijgen ze niet altijd alles van huis uit mee omdat er niet of nauwelijks gelezen of geknutseld wordt. Selectie vergroot die verschillen."

Bredemeijer wil voorkomen het schooladvies of de middelbare schooltijd een kind afremt en zijn of haar maximale potentie onbenut laat. Volgens Cihangir raakt de wethouder daarmee de kern van het probleem in het onderwijs: 'Men probeert allerlei sociale en maatschappelijke kwesties in de klas op te lossen. Maar het belangrijkste is kennisoverdracht door bekwame leermeesters. Laten we van de sociale en economische verschillen tussen de leerlingen geen ‘politiek nummertje’ maken. Kwalitatief slecht onderwijs benadeelt iedereen. En hoogwaardig onderwijs is goed voor alle leerlingen maar vooral voor de onderklasse'. 

Bredemeijer pleit in het verhaal voor meer talentontwikkeling zoals ondersteuningsprogramma’s en extra leertijd, ook voor de talentjes. Voor brede brugklassen en minder vroege selectiemomenten. "Het begint wat mij betreft bij het aansporen van de ouders. Zij kunnen zorgen dat hun kind op het goede niveau op school begint. Door Nederlands te spreken en kinderen vanaf twee jaar in te schrijven voor voorscholen.”

Hij vindt ook daarin zijn gesprekspartner tegenover zich. „Talentontwikkeling, extra leertijd, ondersteuningsprogramma's, dat klinkt allemaal wel leuk, maar het onderwijs hangt zo langzamerhand aan elkaar van dat soort toeters en bellen. Dat bepaalde kinderen een te laag advies krijgen is omdat men vaak te lage verwachtingen heeft van de mogelijkheden voor ondersteuning thuis. Maar dan repliceer je dus gewoon de bestaande ongelijkheden, terwijl het onderwijs nu juist bedoeld is als gelijkmaker."

Cihangir wil methoden en onderwijsdoelen zodanig inzetten dat alle leerlingen de minimum bagage meekrijgen. "Het draait om goede efficiënte kennisoverdracht. Daar gaat het fout. En echt niet alleen bij kinderen uit laagopgeleide milieus. Maar liefst 53 procent van de leerlingen haalt de streefniveaus voor rekenen en 40 procent voor taal niet. In plaats van ons weer te storten op een complexe stelselwijziging moet het basisonderwijs gewoon elementaire vaardigheden als vlot en foutloos rekenen, schrijven en spellen realiseren.”