Minder geld om opkomst te bevorderen

19 March 2019, 20:35 uur
Algemeen
mainImage
Digitaal Dagblad
Afbeelding is niet meer beschikbaar

Provincies trekken steeds minder geld uit om kiezers naar het stembureau te lokken. Dit jaar besteden ze in totaal 1,3 miljoen euro voor opkomstbevorderende campagnes voor de Statenverkiezingen. Bij de vorige twee provinciale verkiezingen, vier en acht jaar geleden, hadden de twaalf provincies daar 1,5 tot 2 miljoen euro voor over. In 2007 kostte de campagne om de opkomst te bevorderen zelfs meer dan 3 miljoen euro.

Noord-Brabant trekt dit jaar het meeste geld uit, net geen 200.000 euro. Flevoland heeft er 165.000 euro voor over en Noord-Holland 150.000 euro.

Zuid-Holland heeft als enige geen geld beschikbaar gesteld, net als bij de vorige verkiezingen. Het is niet aan de provincie, maar aan de partijen zelf om kiezers te overtuigen om te gaan stemmen, is de gedachte erachter. Gelderland trekt dit jaar iets meer dan 50.000 euro uit, terwijl dat twaalf jaar geleden nog 675.000 euro was. Overijssel steekt 75.000 euro in opkomstbevordering.

Naast alle eigen projecten hebben de provincies ook een collectieve campagne. Die is opgezet door het samenwerkingsverband van provincies, het Interprovinciaal Overleg (IPO). In filmpjes wordt uitgelegd wat een provincie allemaal doet. Elke provincie draagt daar 15.000 euro aan bij.

Bij de vorige provinciale verkiezingen, vier jaar geleden, stemde minder dan de helft van alle mensen. Friesland had de hoogste opkomst met 53,1 procent. Noord-Brabant droeg de rode lantaarn met een opkomst van 43,6 procent. Vier jaar daarvoor, bij de Statenverkiezingen van 2011, was de opkomst over heel Nederland 56 procent.


Door: ANP