Strengere regels voor incassodienstverleners

7 February 2020, 11:58 uur
Algemeen
mainImage
Chris van Dijke
Robbert Goossens (1992), afkomstig uit Apeldoorn, werkt sinds september 2016 als jurist voor Trust and Law Incassoservices.

Minister Sander Dekker (Rechtsbescherming) is voornemens om private buitengerechtelijke incassodienstverleners strenger te reguleren om de kwaliteit ervan te verbeteren. Het nieuwe wetsvoorstel (de Wet kwaliteit incassodienstverlening) introduceert ten eerste een registratieplicht in een incassoregister voor bedrijven die buitengerechtelijke (minnelijke) incassowerkzaamheden verrichten. Daarnaast komen er specifieke beroepskwaliteitseisen waaraan incassodienstverleners moeten voldoen. Indien een incassobureau te vaak de fout ingaat, kan het worden beboet en de registratie verliezen.

Achtergrond wetsvoorstel
Op dit moment gelden voor de meeste incassodienstverleners geen specifieke regels en wettelijke kwaliteitseisen. Enkel gerechtsdeurwaarders en advocaten zijn gebonden aan specifieke beroepsregels die zijn vastgelegd in respectievelijk de Gerechtsdeurwaarderswet en de Advocatenwet. Incassobureaus daarentegen zijn vooralsnog enkel gehouden om te handelen binnen de algemene wettelijke kaders van bijvoorbeeld het Burgerlijk Wetboek (BW), de Wet oneerlijke handelspraktijken (Whop) en de Wet normering buitengerechtelijke incassokosten (WIK).

Hoewel de ACM en de AFM veelvuldig optreden tegen incassobureaus, is er kennelijk behoefte aan beroepsspecifieke (gedrags)regels. Uit onderzoek blijkt namelijk dat ondanks het toezicht van de ACM en de AFM, schuldenaren veelvuldig problemen ervaren met incassobureaus.

Reikwijdte
Het wetsvoorstel is enkel van toepassing op zowel Nederlandse als buitenlandse private buitengerechtelijke incassodienstverleners die incassowerkzaamheden uitvoeren ten aanzien van in Nederland woonachtige natuurlijke personen. Dit zijn bedrijven die vanuit commercieel oogpunt bedrijfs- of beroepsmatig buitengerechtelijke incassowerkzaamheden verrichten namens een ander of na overdracht van een vordering (Artikel 2).

Publieke organisaties (het Centraal Justitieel Incassobureau), bedrijven die belangeloos en bateloos incassowerkzaamheden verrichten en bedrijven die via een incasso- of debiteurenafdeling hun eigen vorderingen incasseren, vallen dus niet onder de reikwijdte van het wetsvoorstel.

Maatschappelijk en economisch belang
Het initiatief van minister Dekker is een positieve ontwikkeling voor zowel bedrijven, schuldenaren en incassobureaus. Vaak wordt miskent dat incassobureaus een constructieve bijdrage (kunnen) leveren aan het economisch verkeer. In tegenstelling tot deurwaarders – die een commercieel belang bij een juridische procedure hebben (i.e. het verrichten van ambtshandelingen) – focussen incassobureaus zich namelijk veelal op het minnelijke (incasso)traject. Het minnelijke traject biedt zowel het incassobureau als de debiteur de mogelijkheid om tezamen in goed overleg tot een passende regeling te komen die een oplossing biedt voor de unieke omstandigheden van de debiteur.

Helaas wordt de incassobranche veelvuldig in diskrediet gebracht door zogenoemde 'incasso-cowboys' die geregeld de wet overtreden en consumenten – en dus ook andere incassobureaus – duperen met misleidende en agressieve handelspraktijken. Het nieuwe wetsvoorstel beoogt de goede van de kwade incassobureaus te scheiden, waarmee het een belangrijke bijdrage aan de verbetering van het imago van incassobureaus kan leveren. Vanaf deze week mag iedereen een reactie geven via Internetconsultatie. Wanneer de wet in werking treedt is vooralsnog onbekend.

Meer weten over de nieuwe wet?
Laat je informeren door Trust and Law Incassoservices
Adres: Hoefweg 205 B
2665 LB Bleiswijk
085 273 7181
[email protected] of bezoek de website