Nog steeds vallen te veel mensen tussentijds uit bij de gemeentelijke schuldhulpverlening. De gemeenten zijn de hulp wel aan het verbeteren, maar de Nationale ombudsman heeft toch nog zorgen. Dat schrijft de ombudsman, Reinier van Zutphen, in een rapport. ,,Het moet sneller en beter. Uit allerlei onderzoeken blijkt dat schulden, zeker voor gezinnen met kinderen, schadelijk zijn. Gemeenten moeten zich dat aantrekken."
De ombudsman vindt dat gemeenten moeten kijken naar waarom mensen afhaken en daar met oplossingen voor komen. Zo blijken veel mensen niet toe te komen aan het intakegesprek. De meeste mensen stoppen met hun aanvraag in de fase voor en na het aanmeldgesprek, en voor het intakegesprek. Ze kiezen dan liever voor een ander soort hulp, of zien op tegen de voorwaarden die gelden bij het hulpverleningstraject.
Ook vindt de ombudsman het zorgelijk dat bijna de helft van de deelnemende gemeenten geen exacte cijfers kon verstrekken.
Van Zutphen: ,,Niet-meten is niet-weten."
Hij roept daarom gemeenten op om beter te registreren. Naar schatting hebben bijna 1,4 miljoen Nederlandse huishoudens problematische schulden of lopen het risico die te krijgen.
Voor dit vervolgonderzoek kreeg de Nationale ombudsman gegevens van 251 gemeenten, dat is een respons van 84 procent. Een groot deel van de gemeenten is toegankelijk voor nieuwe aanvragers: die kunnen binnen een paar weken terecht voor een face-to-face-gesprek. (ANP)
Fotobron: ANP.