Een kwart van de Nederlanders zegt dit jaar niet op vakantie te gaan, iets meer dan een jaar eerder. Voornaamste reden om niet de koffers te pakken is het kostenplaatje, zo concludeert het Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting (Nibud) in zijn jaarlijkse onderzoek naar de besteding van vakantiegelden. Een jaar eerder vond vier op de tien thuisblijvers vakantie te duur, nu is dat meer dan de helft.
Nederlanders gebruiken het vakantiegeld steeds vaker voor het aflossen van schulden of het doen van grote aankopen. Toch wordt de jaarlijkse bonus nog altijd het meest gebruikt voor de vakantie of om van te sparen. Mensen die wel op vakantie gaan en daarvoor de jaarlijkse bijdrage gebruiken, zeggen dit jaar zuiniger aan te zullen doen.
Nederlanders gaan gemiddeld vijftien dagen op vakantie. De helft van de ondervraagden geeft hier niet meer dan 1500 euro aan uit. Vorig jaar zei de helft van de geënquêteerden nog dat 2000 euro het maximum was wat aan vakantie besteed kon worden.
Betalingsachterstanden
Ongeveer 17 procent van de ondervraagden gebruikt het vakantiegeld voor het aflossen van schulden of voor betalingsachterstanden. Dit percentage loopt sinds 2010 gestaag op. Bijna twee op de tien respondenten zegt het geld te gebruiken voor grote aankopen. Dit was een jaar eerder nog 12 procent.
Mensen met wisselende inkomsten zoals uitzendkrachten, oproepkrachten, ondernemers en zzp'ers gaan in vergelijking met mensen in loondienst minder vaak op vakantie. Ondervraagden met een vast contract boeken vaak meerdere vakanties per jaar en maken zich minder zorgen over de kosten die vakanties met zich meebrengen.
Verder blijkt uit de Nibud-enquête dat de meeste Nederlanders het jaarlijkse vakantiegeld het liefst in één keer uitbetaald krijgen. (ANP)