Demissionair onderwijsminister Robbert Dijkgraaf vindt "het niet wenselijk" als onderwijsinstellingen hun samenwerking met instellingen in het buitenland stopzetten als er sprake is van druk, intimidatie of dreiging van demonstranten. In een Kamerbrief over de pro-Palestijnse demonstraties op universiteiten benadrukt hij dat onderwijsinstanties het recht en ook de vrijheid hebben om zelf een afweging te maken over hun relaties. Binnen de academische gemeenschap moet en kan daar wel "een open en stevige discussie" over zijn, stelt de minister.
De eisen van pro-Palestijnse demonstranten aan universiteiten om alle banden met Israëlische instellingen en onderzoekers te verbreken, sporen niet met deze academische kernwaarde, stelt hij. "Deze eis gaat voorbij aan de wijze waarop instellingen tot beslissingen over internationale samenwerking komen op basis van zorgvuldige, inhoudelijke en democratische processen, vrij van intimidatie, druk of dreiging met geweld."
De Kamer is bezorgd over de veiligheid van studenten en medewerkers, omdat verschillende protesten tegen het geweld in de Gazastrook uit de hand liepen. Daar is ook schade aangericht. "Geweld en intimidatie hebben geen plek op de campus", schrijft Dijkgraaf. Hij kijkt "met afschuw naar de kleine groep demonstranten die niet komt voor een vreedzaam protest, maar uit is op escalatie en vernieling".
De minister is voor een harde aanpak van deze personen. Hij wijst daarbij op een nieuwe richtlijn die de onderwijsinstellingen hebben opgesteld over hoe om te gaan met protesten en in welke situaties aangifte wordt gedaan. Ook medewerkers moeten zich houden aan de regels en kunnen in het uiterste geval ontslagen worden.
Door: ANP