Tweede Kamerlid Olger van Dijk (NSC) maakt zich zorgen over de abrupte invoering van de maximumsnelheid van 30 kilometer per uur in Amsterdam van afgelopen vrijdag. Niet alle wegen in de hoofdstad zijn ingericht op de nieuwe maximumsnelheid, en daarom kan niet worden gehandhaafd met vaste flitspalen, stelde het Kamerlid tijdens het eerste vragenuurtje van de nieuwe Kamer.

Van Dijk "vreest" dan ook dat het om een symbolische maatregel gaat, die "twijfelachtige en mogelijk zelfs averechtse" effecten op de verkeersveiligheid heeft, zoals snelheidsverschillen. Het Kamerlid haalde experts van Sweco aan die voorspellen dat mensen zich niet aan de maximumsnelheid gaan houden zolang de wegen breed zijn, en adequate controle ontbreekt.

Demissionair minister Mark Harbers (Infrastructuur) snapt de zorgen van NSC, want "als je het doet, moet het wel echt bijdragen aan de verkeersveiligheid". Volgens hem gaan mensen ondanks het gebrek aan handhaving wel degelijk langzamer rijden nu de toegestane snelheid 30 kilometer per uur is, "en elke automobilist die langzamer dan 50 kilometer per uur rijdt, draagt bij aan de verkeersveiligheid". Daar voegt Harbers aan toe dat het in een keer terugbrengen van de maximumsnelheid, in plaats van stapsgewijs zoals veel andere gemeenten doen, de communicatie ten goede komt. Ook kan volgens de bewindsman wel worden gehandhaafd met bijvoorbeeld laserpistolen.

Harbers bevestigt wel dat gewaakt moet worden voor te grote snelheidsverschillen op dezelfde weg, hoewel dit volgens hem in de praktijk wel mee zou vallen doordat de Amsterdamse wegen heel druk zijn. Verder is het volgens hem niet overal even makkelijk om drempels te plaatsen, omdat dat bijvoorbeeld oncomfortabel kan zijn voor patiënten in ambulances.

Harbers zegde op verzoek van Van Dijk toe om de Kamer op de hoogte te stellen van de gesprekken die hij met Amsterdam voert over de effecten van de maatregel.