Sander van Koppen (43) is sinds 1 december 2005 werkzaam in de makelaardij. Hij startte in de beginjaren bij Agterdenbosch Makelaardij NVM in Voorburg en sinds 2011 is hij actief in de Zoetermeerse makelaardij. De woningspecialist heeft eerst 31 jaar in Zoetermeer gewoond en verhuisde vervolgens naar Benthuizen.
In een interview met journalist Bart Bakker belicht hij zijn loopbaan, de tendensen in de lokale woningmarkt, de stad Zoetermeer en zijn wensen voor de toekomst ten aanzien van de woningmarkt.
Hoe waren je beginjaren in de makelaardij?
“Ik heb in de beginjaren met de onlangs overleden Aad Agterdenbosch gewerkt en veel van hem geleerd. Hij was een inspirerende man. Het was dan ook een mooie periode in Voorburg. Toen ik in 2011 de overstap naar Zoetermeer maakte, vroegen tal van mensen zich af of dit nu wel voor mij een juiste keuze was. Dat sloeg op de combinatie van werken in een stad waar je ook woont. Tot op de dag van vandaag heb ik er geen spijt van. Het bevalt uitstekend om te werken in een omgeving waar je in bent opgegroeid”.
Wat is de kracht van het kantoor van De Makelaars?
“Het is sowieso de kracht dat we twee vestigingen hebben bestaande uit een vestiging in Rotterdam en Zoetermeer. Hierdoor hebben we een groot bereik. Mensen zoeken in een breed gebied naar een woning. Tevens is het een meerwaarde dat we in Zoetermeer met vier makelaars werken. Er zijn zodoende meerdere agenda’s beschikbaar. Door de aanwezigheid van met name Jeroen en Erik Jenne is er veel ervaring in huis. Aangezien zij in Zoetermeer zijn opgegroeid beschikken ook zij over een groot (lokaal) netwerk”.
Wat vind je van Zoetermeer als stad?
“Ik vind het een leuke en aansprekende stad waar veel te doen is. Dat komt vooral omdat ik hier ben opgegroeid en te maken heb gehad met relatief korte afstanden. Ik kon bijvoorbeeld lopend naar de middelbare school en het Meander College en later ook naar mijn werk. Tevens gebruikte ik vaak de fiets en voor de afstanden buiten Zoetermeer was de sprinter dichtbij. Kortom, ik beschouwde dat als een groot voordeel. Dit is overigens nog steeds het geval”.
Je maakt de ontwikkeling mee dat steeds meer mensen van buiten naar Zoetermeer komen?
“Vroeger deed men enigszins denigrerend over Zoetermeer, maar deze jaren liggen ver achter ons. De woningzoekenden die de stap naar de gemeente maakten, waren meteen bijzonder lovend. Je merkte dat Zoetermeer in de loop der jaren voor vol werd aangezien en een aantrekkelijke woonstad werd”.
Zoetermeer is het enorm aan het groeien?
“Inderdaad, zeker met nieuwbouwprojecten als De Entree waar circa vijfduizend woningen komen. Hier gaat men met bouwen de lucht in. Je ziet dat Zoetermeer steeds meer vol wordt gebouwd. Aan de ene kant is dat goed, want er moeten in Nederland 900.000 woningen bijkomen in de komende tien jaar. Aan de andere kant hoop ik wel dat het groen behouden blijft. In Zoetermeer is dat gelukkig het geval met bosrijke omgevingen zoals bij het Westerpark en rond de Noord Aa”.
De lokale huizenmarkt staat onder druk. Jongeren kunnen steeds moeilijker een huis vinden. Wat is jouw visie hierop?
“De onderkant van de woningmarkt zit totaal vast. Kinderen blijven langer thuis wonen. Als ze op zichzelf gaan wonen, dan moeten ze hogere huurprijzen betalen. Je ziet nu ook bij woningen die te koop staan in de prijsklasse van tot drie- en half tot vier ton, dat er tientallen kijkers komen. Net als in de jaren voor de oorlog in Oekraïne wordt er dan stevig overboden”.
Je hoort vanuit markt dat men een groter huis moet hebben vanwege het werk en gezinsuitbreiding. Wat vind je daarvan?
“Dit was een paar geleden niet geval. Ik maak me daar zorgen over. Is straks een grotere woning alleen nog weggelegd voor mensen met veel geld? De uitdaging is dat we op alle prijsniveaus moeten bouwen om aan de behoefte te voldoen. Het lastige is dat de rente is gestegen maar dat de prijzen in de woningmarkt niet evenredig zijn gedaald.
Wat wil je de gemeente Zoetermeer als boodschap meegeven als het gaat om de lokale huizenmarkt?
“Ik hoop dat projecten als bij de Entree met circa 5.000 woningen niet te lang op zich laat wachten. Het is belangrijk om dat soort woningen te realiseren. De woningnood is hoog. Huizen die te koop staan tot vier ton, gaan snel weg. Woningen die langer te koop staan, hebben een bepaalde achtergrond, zoals (achterstallig) onderhoud of de (te hoge) bijdrage aan een VVE. Dit heeft invloed op de woningmarkt in je stad”.
In een gemeente als Leidschendam-Voorburg is 30 procent van alle nieuwbouwprojecten sociale woningbouw. Het College van Zoetermeer hanteert deze regel niet. Wat vind je daarvan?
“In de huurmarkt is sociale woningbouw een goede zaak. Het zou zowel bij huur als verkoop iets voor Zoetermeer kunnen zijn. Mijn ervaring is dat de kopende starter vanaf midden twintig en begin dertig behoefte heeft aan een sociale koopwoning. Neem bijvoorbeeld de gemeente Zoeterwoude. Koopappartementen tot 225.000 euro werden daar voor de jonge beginnende kopers op de markt gebracht. Dit voldeed aan een behoefte, want dat was ook echt voor deze doelgroep bedoeld en er zat een anti-speculatiebeding op. Hierdoor kon een belegger niet zomaar alles opkopen”.
“Sociale koopwoningen zou ook iets voor Zoetermeer zijn. Ik kom bij een koopwoning voor starters van net over de twee ton ook veel geïnteresseerden van buiten Zoetermeer tegen. Rond de vier ton is er weinig woonaanbod in Den Haag en wat je er koopt, voldoet niet aan de behoeften zoals woningen in Zoetermeer hebben die groter zijn en vaak een beter energielabel hebben”.
“We gaan tijdens de bezichtigingen overigens steeds meer Engels praten. Dan doel ik bijvoorbeeld op de expats die het werken in Den Haag en Zoetermeer hebben ontdekt. Je zit hier zo en het OV is prima in Zoetermeer. Ook van en naar Den Haag”.
Tot slot….
“Ik hoop dat Zoetermeer gezellig blijft. Er is veel te doen. Ik zie helaas wel de toenemende leegstand in het Stadshart. Dat heeft wel zijn invloed op zo’n winkelgebied. Ik hoop echt dat het bruisende vanuit het verleden gaat terugkomen met aansprekende winkels. En in die gebieden waar dat nu nog steeds aanwezig is, moeten we er alles aan doen om dat te behouden”.
Door: Bart Bakker