Zoetermeer niet akkoord met compensatie

4 June 2019, 16:04 uur
Politiek
mainImage
Digitaal Dagblad
Afbeelding is niet meer beschikbaar

De gemeenten Zoetermeer en Leidschendam-Voorburg dienen vandaag, gesteund door andere gemeenten, een motie in tijdens de algemene ledenvergadering Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG). Zij maken bezwaar tegen het voorgestelde akkoord tussen VNG en het kabinet over de compensatie voor de tekorten op de jeugdzorg. De gemeenten zijn van mening dat het huidige aanbod van het kabinet teleurstellend is.

De gemeenten hebben waardering voor het feit dat het kabinet aandacht heeft voor de tekorten op de jeugdzorg en dat zij daarin gemeenten tegemoet wil komen. Wethouder Groeneveld (Jeugd): 'De teleurstelling ligt in het feit dat de compensatie gaat om tijdelijk geld. Er is op twee cruciale onderdelen niet voldaan aan de voorwaarden die gemeenten eerder stelden. Een oplossing die voorziet in een toereikend budget en een structurele compensatie voor de toegenomen vraag naar jeugdzorg. Het huidige aanbod draagt niet bij aan een structurele oplossing en is daarom onvoldoende.'

Het structurele tekort voor alle gemeenten in Nederland - door de groei van de jeugdzorg in de periode 2015/2017 - bedraagt elk jaar € 490 miljoen. Het kabinet biedt nu alleen een tijdelijke, en ontoereikende, compensatie. Op dit moment is er geen geld voor 2018 en 2019. Het kabinet schuift een de beslissing over structurele compensatie door naar het volgende kabinet, terwijl de gemeenten nu de hogere uitgaven hebben. De indieners van de motie willen een structurele oplossing. Het huidige aanbod is een halve oplossing.

Naast het niet oplossen van de problematiek rondom jeugdzorg lijkt het kabinet er vanuit te gaan dat gemeenten de extra taken en kosten - in bijvoorbeeld jeugdzorg, klimaat en wonen etcetera - op kan vangen uit de groei van het gemeentefonds. Wethouder Rosier (Financiën): 'De daling van € 1 miljard structureel betekent een nieuwe tegenvaller voor alle gemeenten. Het kabinet mag van gemeenten niet verwachten dat ze die daling en de structurele tekorten bij de jeugdzorg kunnen opvangen zonder dat het inwoners raakt.'