In navolging van verschillende andere gemeenten en op verzoek van de Zoetermeerse gemeenteraad heeft wethouder Marijke van der Meer gisteren namens het college de rekening voor de jeugdzorg naar staatssecretaris Karremans gestuurd.
De fractie van Zo Zoetermeer legt er het volgende over uit.
Het financiële ravijn: wat betekent dat voor Zoetermeer?
Je hoort het steeds vaker: gemeenten staan voor een financieel ravijn. Maar wat houdt dat eigenlijk in? En wat betekent het voor Zoetermeer?
Gemeenten krijgen ieder jaar geld van het rijk. Hoeveel dat per gemeente is, hangt af van heel veel verschillende zaken, zoals het aantal inwoners, het aantal jongeren en het aantal mensen met een uitkering. Het geld dat de gemeenten van het rijk krijgen gebruiken de gemeenten voor alle dingen waar een gemeente voor moet zorgen. Denk aan de schoolgebouwen, het groen, de wegen en fietspaden, de jeugdhulp, de huishoudelijke hulp voor mensen die het niet zelf kunnen, het uitreiken van paspoorten, etc. etc.
Maar… de gemeenten hebben een groot probleem. Het rijk heeft besloten om de hoeveelheid geld die de gemeenten krijgen te verlagen. Het rijk houdt meer geld voor zich zelf en de gemeenten samen krijgen vanaf 2026 2,5 miljard euro minder. Voor Zoetermeer betekent dit miljoenen minder inkomsten, terwijl we als gemeente nog steeds moeten zorgen voor dingen die onze bewoners nodig hebben. Niet alleen Zoetermeer komt hierdoor in de problemen. Waarschijnlijk komt zo’n 75% van de gemeenten vanaf 2026 in de rode cijfers.
We spreken vaak van een 'financieel ravijn', maar eigenlijk is dat niet het goede woord. Een ravijn heeft immers een overkant, dus dan zou je denken dat je alleen iets moet overbruggen. Maar het rijk is niet van plan om in latere jaren de hoeveelheid geld weer groter te maken, dus het blijft laag: geen ravijn voor een jaartje, maar een echte afgrond voor alle jaren in de toekomst!
Wat betekent dit voor onze inwoners? Zoetermeer moet bezuinigen! En omdat het om zoveel geld gaat, wordt het voor alle inwoners minder fijn in Zoetermeer. We kunnen de straten nog minder netjes houden, we kunnen minder handhavers in dienst houden, we moeten bezuinigen op de sportaccommodaties, op cultuur en noem alles maar op.
Het geldprobleem voor gemeenten stopt dus niet na 2026. Zonder een blijvende oplossing blijft er te weinig geld over voor de belangrijke dingen in de stad.
Zoetermeer – en de andere gemeenten uit Nederland – probeert het rijk op andere gedachten te brengen. Als het niet lukt om meer geld van het rijk te krijgen kan het zijn dat de gemeenten naar de rechter gaan, of tegen het rijk gaan zeggen dat we sommigen dingen niet meer kunnen doen. Dan moet het rijk het zelf maar oplossen.