Het college streeft er naar in 2023 een Haags herdenkingsmonument voor het slavernijverleden te hebben opgericht. Een speciaal door de gemeente in 2018 ingestelde brede commissie kwam namelijk tot de conclusie dat er in de stad draagvlak is voor meer aandacht aan het slavernijverleden in Den Haag.

Dat laat wethouder Bert van Alphen de raad woensdag weten. Hij denkt aan 2023 omdat dan ook de 160ste herdenking van de afschaffing van de Trans-Atlantische slavernij zal plaatsvinden.

In het advies stelt de commissie vijf maatregelen voor.  Allereerst het vervaardigen van een slavernijmonument, daarnaast het beschikbaar stellen van een structureel budget, het organiseren van een jaarlijkse herdenking, het ontwikkelen van een educatief cultureel programma en als laatste het oprichten van een permanent herdenkingscomité.

Van Alphen geeft aan dat de gemeente gaat bekijken hoe zij de voorstellen binnen het gemeentelijke beleid en de culturele infrastructuur geïmplementeerd kunnen worden. Inmiddels is aan STROOM, het Haags centrum voor beeldende kunst, verzocht de mogelijkheden te onderzoeken voor het oprichten van een monument.

De wethouder vindt het belangrijk dat de hele Haagse samenleving zoveel mogelijk betrokken wordt bij het monument, en niet alleen de Afro-Surinaamse en Antilliaanse samenleving.

Het instellen van de commissie kwam voort uit een in 2018 door de raad aangenomen motie van de raadsleden Ates (GroenLinks) en Tseggai (PvdA).