De Nederlandse hockeyers hebben zich bijna laten verrassen door Pakistan in de eerste van twee olympische kwalificatiewedstrijden. Oranje moest in het uitverkochte Wagener Stadion een gelijkspel toestaan tegen de voormalige hockeygrootmacht uit Azië: 4-4.
De mannen van bondscoach Max Caldas begonnen als grote favoriet aan het duel, maar zij slaagden er ondanks verwoede aanvallen niet in Pakistan te overrompelen. De Aziaten daarentegen sloegen keer op keer toe via een strafcorner. Met nog minder dan 10 seconden op de klok keek Nederland nog tegen een achterstand aan, maar Mink van der Weerden voorkwam met een rake strafcorner een pijnlijke afgang.
Oranje treft zondag opnieuw Pakistan en moet dan winnen om zich te plaatsen voor de Spelen van Tokio.
Pakistan begon verrassend goed aan het olympisch kwalificatieduel. De drievoudig olympisch kampioen, afgegleden naar de zeventiende plaats op de wereldranglijst, nam na 5 minuten onverwacht de leiding. Mubashar Ali sloeg de bal vanuit een strafcorner snoeihard voorbij de Nederlandse defensie en liet doelman Maurits Visser kansloos. Visser is de derde keus bij Oranje, maar hij moest aantreden wegens de blessures van Pirmin Blaak (hersenschudding) en Sam van der Ven (liesblessure)
Het geschrokken Nederlands team probeerde de achterstand zo snel mogelijk ongedaan te maken, trok driftig ten aanval en leek na 20 minuten de zaak onder controle te hebben. Mink van der Weerden (via een strafbal) en Bjorn Kellerman (backhandschot) scoorden binnen een minuut en zette de thuisploeg 2-1 voor.
Maar Oranje wist niet door te drukken en liet zich telkens weer verrassen door de bekeken strafcorners van Pakistan. Bij een achterstand van 2-3 zorgde Robbert Kemperman 8 minuten voor tijd voor de 3-3, maar Pakistan was nog niet klaar. Mubashar Ali schoot in de 58e minuut weer raak uit een strafcorner. Een wanhoopsoffensief van Oranje leverde in de slotminuut twee strafcorners op. De eerste mikte Van der Weerden op de lat, de tweede ging er tot grote opluchting van de toeschouwers wel in.