De LHN heeft aan het college vragen gesteld over een afgewezen plaatsing van een AED in Oosterheem. Een inwoonster van het Markermeer had het initiatief genomen over het mogelijk plaatsen van een oplaadpunt voor elektrische auto’s met daaraan gekoppeld een AED. De vrouw had daarvoor afspraken gemaakt met twee bouwbedrijven.

Er is inmiddels een contract met de betrokken bouwbedrijven opgesteld waarin zij verklaren de kosten voor plaatsing, installatie en het onderhoud (inclusief het vernieuwen van batterijen) voor de komende vijf jaren voor hun rekening te nemen. De plaats van dit oplaadpunt en AED is bij de ondergrondse afvalcontainers. De bewoner is bereid dat de AED gekoppeld wordt aan haar adres.

De vrouw heeft bij de verantwoordelijke afdeling van de gemeente een aanvraag ingediend en een gesprek met één van de ambtenaren gehad. De afvraag voor plaatsing werd daarbij afgewezen omdat een AED aan een woning moet worden bevestigd, zo was het oordeel van de betrokken ambtenaar.

De LHN betreurt dit besluit, 'mede omdat de afstand naar de dichtstbijzijnde AED uit het netwerk verder is dan de afgesproken afstand'. 'Is het college bekend met de aanvraag en de weigering tot plaatsing? Is het college bekend met de argumenten om niet tot plaatsing over te gaan? Welke argumenten heeft het college om de aanvraag niet toe te kennen?'