Een harde windvlaag blaast een jonge vrouw met fiets en al onderuit in de fietstunnel bij het Stadshart. Haar boodschappen rollen over het fietspad het tunneltje in. Haar knie en hand zijn geschaafd. Ze bloedt een beetje. 'Gaat het?'
Ze oogt geschrokken, maar de schade lijkt mee te vallen. Mijn standaard oma-handtas-uitrusting van tissues en pleisters komt goed van pas. Samen verzamelen we de boodschappen.
'Dank u wel! We hebben niet echt afstand gehouden volgens de norm. Vindt u dat niet erg', vraagt ze.
'Nee, dat vind ik niet erg.' Ze stapt op en fietst verder. De volle boodschappentas bungelt aan haar stuur.
Zoals de mensen die over straat gaan met halve gezichten verstopt achter mondkapjes, zo is het hooguit voor de helft weer geworden zoals het vroeger was. De andere helft bestaat uit latex handschoenen en kuchschermen en ruikt naar ontsmettingsmiddel.
Ik hoop dat er een dag komt dat we elkaar gewoon kunnen helpen zonder een dergelijke vraag te stellen. 'Het lijkt intussen allemaal zo normaal', zeg ik tegen mijn partner Chris als we lunchen aan een geïsoleerd en rigoureus gedesinfecteerd tafeltje. 'Maar het is absurd'.
Over Elsje Veth
Vanuit Zeeuws-Vlaanderen volgde Elsje Veth in 2011 haar hart naar Zoetermeer waar zij sindsdien samenwoont met fotograaf Chris van Dijke. Moeder van twee volwassen zoons en oma van kleinzoons Xavi en Roan. Werkt als fulltime secretaresse in Rotterdam. Ze publiceerde twee verhalenbundels; ‘Neus snuiten en doorhoesten’ (2015) en ‘Rafels’ (2017). ,,Mijn columns ademen charme, levenslust, wijn en hoge hakken uit. Met hier en daar een vleugje peper,” Twitter: @elsjeschrijft Instagram elsjeschrijft.