Resultaten uit het verleden bieden geen garantie voor de toekomst. De overbekende waarschuwing voor iedereen die zijn of haar geld wil investeren in beleggingen. Terecht natuurlijk, immers daar waar vaak mooie winstverwachtingen worden voorgespiegeld zijn teleurstellingen zeker niet uitgesloten.
Ik vraag mij af hoe het zit met uitspraken uit het verleden. In hoeverre zijn zij een garantie voor de toekomst? Het lijkt mij dat uitspraken die je doet als lid van de provinciale Staten, de visie die je weergeeft in de tweede kamer, je bestuursfunctie bij ‘Ongehoord Nederland’ iets zeggen over hoe je in de maatschappij staat. Daarom zijn uitspraken uit het verleden wel degelijk een garantie voor de toekomst.
Daar waar wij ons verwonderen over het feit dat in Amerika iemand met een veroordeling gewoon president kan worden, moeten wij ons toch ook wel enigszins verbazen over politici die na zeer boute uitspraken, die volstrekt tegen de normen van de rechtstaat ingaan, gewoon lid van ons kabinet kunnen worden. Een kabinet dat beweert er voor alle Nederlanders te zijn.
Ik kan mij heel goed voorstellen dat bepaalde groepen in onze maatschappij die bewering met enig wantrouwen zullen beluisteren. De bewindslieden die het betreft stellen dat zij, nu zij een andere functie bekleden, zich zullen houden aan de normen van de rechtstaat. Geen van hen is echter bereid afstand te nemen van de gedane uitspraken uit het verleden.
In mijn optiek zijn uitspraken over een vijfde colonne, over omvolkingstheorie onverenigbaar met de functie van een bewindspersoon. En zeker als die minister over migratie moet gaan. Zo heeft de minister die nu het beleid ten aanzien van ontwikkelingssamenwerking vorm moet gaan geven eerder geroepen dat ontwikkelingshulp beter afgeschaft kan worden.
Uitspraken uit het verleden bieden dan ook vooral alle vrees voor onze toekomst.