Feyenoord heeft in de eredivisie de weg omhoog ingezet. De ploeg van trainer Jaap Stam boekte tegen ADO Den Haag de tweede overwinning op rij: 3-2. Feyenoord begon flitsend en scoorde binnen 35 minuten drie keer, maar de thuisclub gaf de wedstrijd in de slotfase met twee eigen doelpunten nog bijna uit handen.

Voor de Rotterdammers begint het seizoen eigenlijk nu pas echt. Jens Toornstra en Nicolai Jørgensen, twee beoogde basisspelers, zijn na blessures eindelijk terug. Ze maakten tegen ADO als invallers hun rentree. Stam kon vlak voor de interlandperiode met Marcos Senesi ook de gewenste defensieve versterking verwelkomen. De Argentijn, voor 7 miljoen euro overgekomen van San Lorenzo, bleef tegen ADO nog op de bank. Het is de bedoeling dat ook hij snel wordt ingebouwd.

Stam moest in de eerste weken van het seizoen schipperen met een selectie waarin heel wat spelers (onder anderen Rick Karsdorp, Leroy Fer en Luciano Narsingh) vanwege lange afwezigheid niet in staat waren om drie wedstrijden in de week te spelen. Feyenoord begon de competitie tegenvallend met drie remises, maar haalde wel de groepsfase van de Europa League. Nu vrijwel iedereen weer fit is, kan Stam gaan toewerken naar een vast elftal.

Gemis

Feyenoord trad tegen ADO aan zonder de licht geblesseerde Steven Berghuis, maar het gemis van de clubtopscorer deed zich niet voelen. Al na 5 minuten nam de thuisclub de leiding. Karsdorp opende de score uit een strafschop, nadat de opgekomen linksback Ridgeciano Haps onderuit was getrokken door Bilal Ould-Chikh. ADO-doelman Mike Havekotte, de weinig overtuigende vervanger van Robert Zwinkels, leidde na 20 minuten met een mislukte trap de 2-0 in. Narsingh rondde het beheerst af met een stiftje. Toen Fer even later uit weer een strafschop de 3-0 binnenschoot, na hands van Aaron Meijers, leek de wedstrijd al gespeeld.

Feyenoord nam in de tweede helft gas terug, in de wetenschap dat donderdag op Ibrox een Europees duel met Rangers wacht. Dat kwam de Rotterdammers bijna duur te staan, want door eigen doelpunten van Edgar Ié en Renato Tapia werd het in slotfase zowaar nog even spannend.